4H - Hoofdletters en leestekens

Welkom
We beginnen met 10 minuten lezen
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom
We beginnen met 10 minuten lezen

Slide 1 - Slide

Programma
Lezen
Herhalen
Uitleg: leestekens
Oefenen
Zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

Geronimo weet nog niet wanneer hij zijn hbo-opleiding civiele techniek ...
A
afrond
B
afrondt

Slide 3 - Quiz

Als je graag mensen helpt, waarom ... je je dan niet aan bij het Rode Kruis?

A
meld
B
meldt

Slide 4 - Quiz

De van diefstal ... man werd door twee beveiligers afgevoerd.


A
betichte
B
betichtte

Slide 5 - Quiz

Het ziet ernaar uit dat de haven langzamerhand ...
A
verzand
B
verzandt

Slide 6 - Quiz

Uitleg: hoofdletters
- Wanneer gebruik je een hoofdletter?

Slide 7 - Slide

Uitleg: hoofdletters
- Aan het begin van een zin

Let op: 's Avonds lig ik in bed.

Slide 8 - Slide

Uitleg: hoofdletters
- Bij persoonsnamen: Lotte Middendorp


Let op: mevrouw Van der Berg

Slide 9 - Slide

Uitleg: hoofdletters
- Bij namen van verenigingen, instellingen, bedrijven en diensten:

Feyenoord, Nederlandse Spoorwegen

Slide 10 - Slide

Uitleg: hoofdletters
- Bij namen van verenigingen, instellingen, bedrijven en diensten:

Feyenoord, Nederlandse Spoorwegen

Slide 11 - Slide

Uitleg: hoofdletters
- Bij aardrijkskundige namen, merken, historische gebeurtenissen, straten, gebouwen, officiële feestdagen, titels van boeken en films

Let op: kerst / Kerstmis

Slide 12 - Slide

Uitleg: hoofdletters
GEEN hoofdletter bij:

- soorten: een glaasje bordeaux, een stukje camembert
- historische periodes: middeleeuwen
- afleidingen van feestdagen: kerstboom, paasvakantie
- maanden, dagen, jaargetijden, winstreken, religies en afleidingen daarvan

Slide 13 - Slide

Hoofdletter?
Hij komt uit Frankrijk, dus het is een ...
A
fransman
B
Fransman

Slide 14 - Quiz

Hoofdletter?
De ... was een ingrijpende gebeurtenis.
A
watersnoodramp
B
Watersnoodramp

Slide 15 - Quiz

Hoofdletter?
Een belangrijke feestdag bij het ... is Chanoeka
A
jodendom
B
Jodendom

Slide 16 - Quiz

Hoofdletter?
Het is ..., dus de ... begint bijna.
A
september/herfst
B
September/herfst
C
september/Herfst
D
September/Herfst

Slide 17 - Quiz

Uitleg: leestekens
Punt:

- Aan het einde van de zin
- Bij afkortingen

Slide 18 - Slide

Uitleg: leestekens
Vraagteken:

- Aan het einde van een letterlijk gestelde vraag

Let op: Roger vroeg wie de hoofdrol speelt in de laatste James Bondfilm.

Slide 19 - Slide

Uitleg: leestekens
Uitroepteken:

- Aan het eind van een zin met een bevel of uitroep.

Let op: NOOIT meer dan een uitroepteken.

Slide 20 - Slide

Uitleg: leestekens
Komma:
- Voor en na bijstelling: Lucky Luke, de bekende stripfiguur, ...
- Tussen 2 pv's: Als Luke uitrust, eet zijn paard gras.
- Tussen de onderdelen van opsommingen (niet bij en)
- Voor of na een aanspreking: Hé, doe eens normaal!
- Voor een voegwoord (alleen bij lange zinnen)

Slide 21 - Slide

Uitleg: leestekens
Puntkomma:

- Betekent en 
- Tussen zinnen die sterk met elkaar samenhangen
- Tussen delen van opsommingen


Slide 22 - Slide

Uitleg: leestekens
Dubbele punt: 

- Om een opsomming aan te kondigen
- Om een verklaring aan te kondigen
- Om de directe rede aan te kondigen (citaat)


Slide 23 - Slide

Bij diarree voel je je meestal niet erg ziek * toch moet je wel oppassen voor uitdroging.
A
,
B
;
C
:

Slide 24 - Quiz

Als Marinka altijd zou komen trainen * zou ze zeker in Dames 1 kunnen spelen.
A
,
B
;
C
:

Slide 25 - Quiz

De rat wordt gerekend tot de knaagdieren * hetzelfde geldt voor de muis, de hamster en de cavia.
A
,
B
;
C
:

Slide 26 - Quiz

Laten we vandaag maar naar het strand gaan * voor morgen wordt regen voorspeld.
A
,
B
;
C
:

Slide 27 - Quiz

Dat gymtenue van onze school trek ik niet aan * omdat ik het foeilelijk vind.
A
,
B
;
C
:

Slide 28 - Quiz

Veel jongeren die beschikken over een zeker zangtalent * zoeken hun geluk in programma’s als Holland’s Got Talent.
A
,
B
;
C
:

Slide 29 - Quiz

Zelfstandig werken

Maak opdracht 4, 5 en 6 van parargaaf 4.

Slide 30 - Slide