2V 1.2 Onvrede in de Nederlanden

1.2 Onvrede in de Nederlanden
1.2 Onvrede in de Nederlanden
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quiz, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

1.2 Onvrede in de Nederlanden
1.2 Onvrede in de Nederlanden

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat rond 1520 de bestuurlijke situatie in de Nederlanden was en wat Karel V daaraan wilde veranderen.  

  • Je kunt drie redenen benoemen waarom bewoners van de Nederlanden zich tegen de Spaanse koning begonnen te verzetten.   

Slide 2 - Slide

Planning
  • Streven naar centraal bestuur
  • Verzet tegen de Spaanse koning
  • Opdracht
  • Afsluiting 

Slide 3 - Slide

Waar waren we gebleven?
Vorige les? 

Slide 4 - Slide

Streven naar centraal bestuur (1)
  • Spaanse koning Karel V regeerde over de Nederlanden. 

  • De Nederlanden bestond uit 17 gewesten.
    - Eigen regels, eigen munt, eigen bestuurders. 

  • Spaanse keizer had hierdoor minder macht (lees) minder geld voor oorlog want elke keer overleggen met aparte gewesten.

Slide 5 - Slide

Situatie De Nederlanden binnen het Habsburgse rijk

Slide 6 - Slide

Centraal bestuur (2)
  • Karel V voerde een centraal bestuur in: dezelfde regels, dezelfde belastingen; Spaanse ambtenaren.  

  • 1555 Filips II volgt vader op. 

  • Aanstelling van een landvoogdes: plaatsvervanger van de koning. 

  • Gewestelijke stadhouder:  Willem van Oranje (Holland, Utrecht en Zeeland)

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Bestuur in Nederland 


Landvoogdes Margaretha van Parma 'heerste' over Nederland. 

Ketters werden vervolgt.

Slide 9 - Slide

Verzet tegen de Spaanse koning
  • Bestuurders van de gewesten wilden geen centraal bestuur: minder macht.
  • Nieuwe belastingen kostte de bevolking veel meer geld. 
  • Katholieke Filips II ging over tot bloedige vervolging van calvinisten in de Nederlanden. 
  • 1566 Smeekschrift der edelen. Vervolgens stopt de landvoogdes even met de bloedige vervolgingen en minder zwarte straffen.  

Slide 10 - Slide

De situatie in 1566 (Redenen voor de Opstand dus!)
Edelen
Door de centralisatie bepaalde de landvoogdes Margaretha van Parma zonder overleg. De edelen verloren hierdoor hun macht
Rijke burgers
Door de centralisatie hadden de rijke burgers ook minder invloed op het bestuur van de gewesten.
Armoede/honger
Veel arbeiders en ambachtsleiden verdienden maar weinig geld. Ook mislukten de oogsten waardoor er weinig voedsel was.
Protestantisme
Veel mensen waren katholiek, maar er waren ook aardig veel protestanten. De katholieken vonden dat protestanten veel te hard werden aangepakt (onterecht).

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat rond 1520 de bestuurlijke situatie in de Nederlanden was en wat Karel V daaraan wilde veranderen.  

  • Je kunt drie redenen benoemen waarom bewoners van de Nederlanden zich tegen de Spaanse koning begonnen te verzetten.   

Slide 13 - Slide

Huiswerk
  • Lees paragraaf 1.2 goed door.

  • Maak van paragraaf 1.2:  
  • 4 t/m 8

Slide 14 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom de Beeldenstorm uitbrak en wat daarvan het gevolg was.  

  • - Je kunt onderscheid maken tussen politiek-bestuurlijke, sociale, economische en culturele oorzaken en gevolgen. 

Slide 15 - Slide

Planning
  • De beeldenstorm
  • Historische vaardigheden
  • Opdracht
  • Afsluiting 

Slide 16 - Slide


Waar waren we gebleven?

Slide 17 - Slide

De beeldenstorm (1)
  • Door smeekschrift werden protestanten even niet vervolgd en hoefden dus ook niet stiekem bijeen te komen. 

  • Er werden hagenpreken georganiseerd. 

  • 1566 Een Vlaamse predikant maakt zich kwaad over de heiligen verering in de katholieke kerk.  

Slide 18 - Slide

De Beeldenstorm (2)
  • Boze gelovigen trokken naar de kerk en vernielden alle beelden en namen de kostbaarheden mee.
  • Meer van deze plunderingen verspreidden zich als een olievlek door de Nederlanden. 
  • Als reactie stuurt Filips de hertog van Alva naar de Nederlanden... 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Historische vaardigheden 
  • Politiek:  alles wat te maken heeft met de verdeling van macht, de organisatie van het bestuur, het denken over het bestuur en het maken van wetten en regels.

  • Economisch: alles wat te maken heeft met de manier waarop mensen in hun onderhoud voorzien en de manier waarop de opbrengst van het werk onderling wordt verdeeld. 

  • Cultureel: alles wat te maken heeft met de ideeën van mensen en de manier waarop ze zich uiten, bijvoorbeeld in hun gewoontes en regels, of kunst. 

Slide 21 - Slide

Welke oorzaak hoort waar? 
Cultureel
Economisch
Politiek
De Nederlanders edelen wilden geen centraal bestuur. Zij wilden niet gehoorzamen aan Spaanse ambtenaren. 

In de Nederlanden waren de meeste mensen calvinist. Zij waren tegen de wrede vervolging van de protestanten
Nederlanders waren tegen vaste belastingen, zij zouden daardoor een deel van hun macht verliezen. 

Slide 22 - Drag question

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video