What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Oefentoets paragraaf 14.2 De politieke hoofdstromingen en arm en rijk
Een samenleving waarin enkele lagen te onderscheiden zijn op sociaal gebied.
Groep mensen die in de samenleving ongeveer dezelfde positie inneemt.
Een rij beroepen, waarbij bovenaan de beroepen staan die hoog worden gewaardeerd en onderaan de
beroepen die het minst worden gewaardeerd.
Aanzien
Sociaal geslaagd
Sociale klasse
Maatschappelijke ladder
Status
1 / 30
next
Slide 1:
Drag question
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 3
This lesson contains
30 slides
, with
interactive quizzes
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Een samenleving waarin enkele lagen te onderscheiden zijn op sociaal gebied.
Groep mensen die in de samenleving ongeveer dezelfde positie inneemt.
Een rij beroepen, waarbij bovenaan de beroepen staan die hoog worden gewaardeerd en onderaan de
beroepen die het minst worden gewaardeerd.
Aanzien
Sociaal geslaagd
Sociale klasse
Maatschappelijke ladder
Status
Slide 1 - Drag question
Een maatschappij waarbij je in een bepaalde kaste (sociale klasse) wordt geboren en waar je niet meer uitkomt.
Het stijgen van de ene naar de andere klasse.
Het ervoor zorgen dat je door middel van een opleiding hogerop komt in de samenleving.
Het benadrukken of overdrijven van verschillen tussen mensen in de maatschappij door de overheid, organisaties en alle mensen.
Het stijgen en dalen op de maatschappelijke ladder.
Kastenmaatschappij
Sociale
mobiliteit
Positieverwerving
Positietoewijzing
Verticale sociale
mobiliteit
Slide 2 - Drag question
Als de lonen stijgen, gaan de uitkeringen ook omhoog.
Het ervoor zorgen dat je door middel van een opleiding hogerop komt in de samenleving.
Als de lonen stijgen, hoeven de uitkeringen niet mee omhoog te gaan.
Het stijgen en dalen op de maatschappelijke ladder.
koppeling van lonen en uitkeringen
Positieverwerving
Ontkoppeling van lonen en uitkeringen
Verticale sociale
mobiliteit
Slide 3 - Drag question
Rijke landen in de Europa, Noord-Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland.
Landen in Oost-Europa en de ontwikkelde communistische landen in Oost-Azië.
Armste landen die vooral op het zuidelijk halfrond liggen.
Gezinnen die generaties lang in een niet te doorbreken cirkel van grote armoede en achterstand gevangen zitten.
Plannen die per wijk opgesteld worden in overleg met bewoners, lokale organisaties en instellingen over te behalen resultaten.
Eerste wereld
Tweede wereld
Derde wereld
Kansarmen
Chartes
Slide 4 - Drag question
Plannen die per wijk opgesteld worden in overleg met bewoners, lokale organisaties en instellingen over te behalen resultaten.
Belangen die voor jou als individu gelden.
Belangen die voor iedereen gelden.
Groepen die langs allerlei wegen druk proberen uit te oefenen op mensen van wie ze wat gedaan willen krijgen.
Charters
Individuele belangen
Collectieve belangen
Pressiegroepen
Slide 5 - Drag question
Groepen burgers die zich een bepaalde tijd inzetten voor een in (hun ogen) goede zaak.
Belangen die voor jou als individu gelden.
Belangen die voor iedereen gelden.
Groepen die langs allerlei wegen druk proberen uit te oefenen op mensen van wie ze wat gedaan willen krijgen.
Actiegroepen
Individuele belangen
Collectieve belangen
Pressiegroepen
Slide 6 - Drag question
Organisatie die de belangen van bepaalde groepen mensen vertegenwoordigt en behartigt.
Werkgevers- en werknemersorganisaties.
Belangenorganisatie van werknemers in een bedrijfstak of met een bepaald beroep.
Organisatie die het beleid van de aangesloten vakbonden in samenhang brengt.
Collectieve arbeidsovereenkomst; afspraken tussen werkgevers en werknemers over hoe de arbeid wordt verricht.
Algemeen verbindende verklaring (overheidsregel die bepaalt dat een cao geldt voor alle werknemers in de bedrijfstak).
Belangenorganisatie
Sociale partners
Vakbond
Vakcentrale
Cao
AVV
Slide 7 - Drag question
Korte werkonderbrekingen om de werkgevers onder druk te zetten.
Werk heel nauwkeurig uitvoeren, waardoor de productie lager wordt.
Bedrijf bezetten, waardoor de eigenaar er niet bij kan.
Stilleggen van het werk voor een langere termijn.
Contact leggen met personen die invloed kunnen uitoefenen op bepaalde zaken.
Prikacties
Stiptheidsacties
Bedrijfsbezetting
Staking
Lobbyen
Slide 8 - Drag question
Tegengestelde partijen praten veel met elkaar om tot een oplossing te komen bij een meningsverschil.
Overleg tussen werkgevers en werknemers.
Stichting van de Arbeid.
Sociaal Economische Raad (overleg tussen de regering, werkgevers en werknemers).
Poldermodel
Stichting van de arbeid
STAR
SER
Slide 9 - Drag question
De overheid beschermde de mensen tegen de meest noodzakelijke gevaren (bijv. oorlog).
Een staat waarin de mensen geholpen worden van geboorte tot de dood.
De overheid neemt een aantal zaken voor zijn rekening in de samenleving, maar de mensen moeten ook zelf wat doen.
Een maatschappij waarin zo veel mogelijk mensen mee moeten doen in de samenleving en de overheid voor een sociaal vangnet zorgt.
Nachtwakerstaat
Verzorgingsstaat
Zorgzame samenleving
Participatiestaat
Slide 10 - Drag question
Een manier van aankijken tegen de maatschappij en hoe de maatschappij zou moeten zijn.
Een manier van aankijken tegen de maatschappij en hoe de maatschappij zou moeten zijn.
Partij van de Arbeid.
Socialistische Partij.
Politieke hoofdstromingen
Socialisme
PvdA
SP
Slide 11 - Drag question
Partij van de Arbeid.
A
Een manier van aankijken tegen de maatschappij en hoe de maatschappij zou moeten zijn.
B
Stroming die streeft naar een zo groot mogelijke mate van gelijkheid.
C
Partij van de Arbeid.
D
Socialistische Partij.
Slide 12 - Quiz
Politieke hoofdstromingen
A
Een manier van aankijken tegen de maatschappij en hoe de maatschappij zou moeten zijn.
B
Stroming die streeft naar een zo groot mogelijke mate van gelijkheid.
C
Partij van de Arbeid.
D
Socialistische Partij.
Slide 13 - Quiz
Socialisme
A
Een manier van aankijken tegen de maatschappij en hoe de maatschappij zou moeten zijn.
B
Stroming die streeft naar een zo groot mogelijke mate van gelijkheid.
C
Partij van de Arbeid.
D
Socialistische Partij.
Slide 14 - Quiz
Socialistische Partij.
A
Een manier van aankijken tegen de maatschappij en hoe de maatschappij zou moeten zijn.
B
Stroming die streeft naar een zo groot mogelijke mate van gelijkheid.
C
Partij van de Arbeid.
D
Socialistische Partij.
Slide 15 - Quiz
Stroming die streeft naar een zo groot mogelijke mate van gelijkheid.
A
politieke hoofdstromingen
B
socialisme
C
PvdA
D
SP
Slide 16 - Quiz
Partij van de Arbeid.
A
politieke hoofdstromingen
B
socialisme
C
PvdA
D
SP
Slide 17 - Quiz
Een manier van aankijken tegen de maatschappij en hoe de maatschappij zou moeten zijn.
A
politieke hoofdstromingen
B
socialisme
C
PvdA
D
SP
Slide 18 - Quiz
Stroming die streeft naar zo groot mogelijke vrijheid.
Volkspartij voor Vrijheid en Democratie.
Democraten 66.
Stroming die uitgaat van de bijbel (het evangelie).
Liberalisme
VVD
D66
Confessionalisme
Slide 19 - Drag question
Volkspartij voor Vrijheid en Democratie.
A
Liberalisme
B
VVD
C
D66
D
Confessionele
Slide 20 - Quiz
Stroming die streeft naar zo groot mogelijke vrijheid.
A
Liberalisme
B
VVD
C
D66
D
Confessionele
Slide 21 - Quiz
Stroming die uitgaat van de bijbel (het evangelie).
A
Liberalisme
B
VVD
C
D66
D
Confessionele
Slide 22 - Quiz
Democraten 66.
A
Liberalisme
B
VVD
C
D66
D
Confessionele
Slide 23 - Quiz
Liberalisme
A
Stroming die streeft naar zo groot mogelijke vrijheid.
B
Volkspartij voor Vrijheid en Democratie.
C
Democraten 66.
D
Stroming die uitgaat van de bijbel (het evangelie).
Slide 24 - Quiz
Het socialisme vind dat de sterken de zwakkeren moeten helpen.
A
juist
B
onjuist
Slide 25 - Quiz
De SP is een socialistische partij, zij willen een verlaging van de uitkeringen.
A
juist
B
onjuist
Slide 26 - Quiz
De liberale partij de VVD vind dat werk weigeren als je een uitkering hebt, moet leiden tot een korting op die uitkeringen.
A
juist
B
onjuist
Slide 27 - Quiz
Confessionele partijen willen gespreide verantwoordelijkheid. Het gaat daarbij om geloof, naastenliefde en samenwerking.
A
juist
B
onjuist
Slide 28 - Quiz
De ecologische partij zoals GroenLinks vind dat de zwakkeren gesteund moeten worden.
A
juist
B
onjuist
Slide 29 - Quiz
De populistische stromingen vinden dat mensen zelf moeite moeten doen om werk te vinden.
A
juist
B
onjuist
Slide 30 - Quiz
More lessons like this
Paragraaf 14.2 De politieke hoofdstromingen en arm en rijk
February 2021
- Lesson with
30 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
oefentoets paragraaf 14.3 De overheid en sociale ongelijkheid in Nederland
February 2021
- Lesson with
27 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Paragraaf 14.3 De overheid en sociale ongelijkheid in Nederland
February 2021
- Lesson with
30 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
oefentoets paragraaf 13.5 Nederlands poldermodel
February 2021
- Lesson with
30 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Paragraaf 14.1 van nachtwakerstaat naar participatiestaat
February 2021
- Lesson with
30 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Oefentoets paragraaf 14.1 van nachtwakerstaat naar participatiestaat
February 2021
- Lesson with
30 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Paragraaf 13.3 Belangenorganisaties
February 2021
- Lesson with
30 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Paragraaf 13.4 machtsmiddelen van vakbonden
February 2021
- Lesson with
30 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3