Tekststructuur

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Tekststructuur

Even lezen!

Daarna:

Pak je laptop.

Leg je oefenboek, theorieboek, pen en papier op tafel. 

doelen

herhalen theorie tot nu toe

H5. Tekstructuren: je herkent structuren en je weet zo de opbouw van de tekst

Het onderwerp van de tekst is een woord dat, of een woordgroep of zin die aangeeft waarover de tekst gaat.

1. Juist
2. Onjuist

De hoofdgedachte is een mededelende zin of een vraag, die het belangrijkste weergeeft wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt.

1. Juist
2. Onjuist

Noem de vijf tekstdoelen die er zijn

Welke twee functies heeft een inleiding?

Hoe kun je het onderwerp van de tekst niet introduceren?

1. Een of meer vragen stellen
2. Een mening formuleren
3. Een samenvatting van de tekst geven
4. Een probleem schetsen

H. 5 Tekststructuur (blz.  62)

Je oefent met het herkennen van vaste structuren in een tekst. 

Waarom is een goede tekststructuur belangrijk?

Vaste structuren: geven richting aan waar je informatie kunt vinden of plaatsen. 

Vijf hoofdstructuren:

1. beschrijving

2. ordening

3. vergelijking/contrast

4. oorzaak/gevolg

5. probleem/oplossing

Schema blz. 63: kijk even mee! 

- vijf hoofdstructuren

- vragen

- inleiding

- kern

- slot

Welke tekststructuur herken je?

Welke tekststructuur herken je?

Aspectenstructuur

Welke tekststructuur herken je?

Welke tekststructuur herken je?

Verklaringsstructuur

Vraag-/antwoordstructuur

Welke tekststructuur herken je?

Welke tekststructuur herken je?

Probleem-oplossingstructuur

Maak opdracht 6 (blz. 47).

Gebruik het schema op blz. 63 in je theorieboek.

Overleg alleen fluisterend.

Doe je boek dicht en schrijf alle tekststructuren op die je je kunt herinneren. 

Test jezelf. 

Bekijk het schema op blz. 63 en vul je lijstje aan.

Huiswerk paragraaf 5

opdracht 1 t/m 3 + 8 t/m 14