Spelling H1

Welkom 2h3!
Hoe was de vakantie?

Wat weet je nog van 'Gaten'?
Samen lezen in 'Gaten'.

Spelling H1
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom 2h3!
Hoe was de vakantie?

Wat weet je nog van 'Gaten'?
Samen lezen in 'Gaten'.

Spelling H1

Slide 1 - Slide

Vandaag: interpunctie
Vandaag leer je wanneer je bepaalde leestekens moet gebruiken in teksten.

Slide 2 - Slide

Wat is interpunctie?
Interpunctie is het plaatsen van punten,
 komma's, puntkomma's, dubbele punten,
 aanhalingstekens, uitroep- en vraagtekens
 

Slide 3 - Slide

Waarom interpunctie?
  • Bij een tekst zonder interpunctie is de kans groot dat er verwarring ontstaat.
  •  Interpunctie pas je toe om er zeker van te zijn dat mensen jouw woorden lezen zoals jij ze hebt bedoeld.

Slide 4 - Slide

De leestekens
Punt.
Komma,
Puntkomma;
 Dubbele punt:
  'aanhalingstekens'
 Uitroepteken!
 Vraagteken?

Slide 5 - Slide

Vandaag gaan we het hebben over H1 blz. 34, 35
 dat gaat over de volgende leestekens:
Punt.
Komma,
Puntkomma;
Dubbele punt:
 

Slide 6 - Slide

De punt
Zet je na een zelfstandige mededelende zin.
Fout:
Paulien gaat morgen naar Amsterdam, ze gaat met de trein.
Goed:
Paulien gaat morgen naar Amsterdam. Ze gaat met de trein.

Slide 7 - Slide

De komma (1)
  • Zet je voor verbindingswoorden:  bv. In deze zin gebruik je een komma, want er staat een verbindingswoord in de zin.

Andere verbindingswoorden zijn o.a. : maar, of, omdat, daardoor, waardoor, dat, dus, terwijl, zodat, totdat, nadat, etc.

Slide 8 - Slide

De komma (2)
  •  Bij opsommingen:  
    Hier is een opsomming van mooie, grappige, lange, korte en moeilijke antwoorden.
  •  Tussen 2 persoonsvormen:   
    Als komma's tussen persoonsvormen staan, begrijp je de zin beter. 

Slide 9 - Slide

De komma (3)
  • Voor een deel van de zin dat geen zelfstandige zin is. Voorbeeld: We hebben een lekkere lange vakantie gehad, die bovendien erg lang duurde.

Slide 10 - Slide

Puntkomma ;
  • Als twee zelfstandige zinnen met elkaar samenhangen, kun je een puntkomma gebruiken, maar een punt mag ook.
a. Iedereen is welkom op mijn verjaardag; ik hoop echter dat m'n neef Peter wegblijft.
a. Iedereen is welkom op mijn verjaardag. Ik hoop echter dat m'n neef Peter wegblijft.

b. Het vierde jaar ligt achter ons; 2007 is geschiedenis. 


Slide 11 - Slide

Dubbele punt (1)
  • Opsomming
 Deze foto heeft nogal wat kleuren: rood, groen, bruin, geel en oranje.
  • Conclusie 
 Daarom besluiten wij: verbied het jagen op ganzen.

Slide 12 - Slide

Dubbele punt (2)
  • Citaat
 Net zoals Peter dat wel eens zei: "Da's een verrekt goed idee!"
  • Verklaring/reden
 Een lama moet je niet uitdagen: dan spuugt hij misschien.
(Je kunt zo'n dubbele punt vervangen door  komma + want

Slide 13 - Slide

Aan de slag!


Ga naar de online methode en maak van spelling H1 (Leestekens) de opdrachten.

Slide 14 - Slide