Les 39 en les 40 - H1 Spelling- Leestekens (blok 4)

Spelling H1  
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Spelling H1  

Slide 1 - Slide

Planning
Kort verhaal lezen + nabespreken
Uitleg H1 - Spelling
Aan de slag!
Kahoot (als we nog tijd hebben)!

Slide 2 - Slide

Vandaag: interpunctie
Vandaag leer je wanneer je bepaalde leestekens moet gebruiken in teksten.

Slide 3 - Slide

Wat is interpunctie?
Interpunctie is het plaatsen van punten,
 komma's, puntkomma's, dubbele punten,
 aanhalingstekens, uitroep- en vraagtekens
 

Slide 4 - Slide

Waarom interpunctie?
  • Bij tekst zonder interpunctie is de kans groot dat er verwarring ontstaat.
  •  Interpunctie pas je toe om er zeker van te zijn dat mensen jouw woorden lezen zoals jij ze hebt bedoeld.

Slide 5 - Slide

Startopdracht
Maak de startopdracht
Schrijf de tekst over in je schrift
Zet de leestekens op de juiste plek
timer
5:00

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

De leestekens
Punt.
Komma,
Puntkomma;
 Dubbele punt:
  'aanhalingstekens'
 Uitroepteken!
 Vraagteken?

Slide 8 - Slide

Vandaag gaan we het hebben over H1 blz. 34, 35
 dat gaat over de volgende leestekens:
Punt.
Komma,
Puntkomma;
Dubbele punt:
 

Slide 9 - Slide

De punt
Zet je na een zelfstandige mededelende zin.
Fout:
Paulien gaat morgen naar Amsterdam, ze gaat met de trein.
Goed:
Paulien gaat morgen naar Amsterdam. Ze gaat met de trein.

Slide 10 - Slide

De komma (1)
  • Zet je voor verbindingswoorden:  bv. In deze zin gebruik je een komma, want er staat een verbindingswoord in de zin.

Andere verbindingswoorden zijn o.a. : maar, of, omdat, daardoor, enz. enz.
 waardoor, dat, dus, terwijl, zodat, totdat, nadat etc.

Slide 11 - Slide

De komma (2)
  •  Bij opsommingen:  bv.  Hier is een opsomming van mooie, grappige, lange, korte en moeilijke antwoorden.
  •  Tussen 2 persoonsvormen:  bv. Als komma's tussen persoonsvormen staan, begrijp je de zin beter. 

Slide 12 - Slide

De komma (3)
  • Voor een deel van de zin dat geen zelfstandige zin is. Voorbeeld: We hebben een lekkere lange vakantie gehad, die bovendien erg lang duurde.

Slide 13 - Slide

puntkomma
  • Als twee zelfstandige zinnen met elkaar samenhangen, kun je een puntkomma gebruiken, maar een punt mag ook.
a. Iedereen is welkom op mijn verjaardag; ik hoop echter dat m'n neef Peter wegblijft.
a. Iedereen is welkom op mijn verjaardag. Ik hoop echter dat m'n neef Peter wegblijft.

b. Het vierde jaar ligt achter ons; 2007 is geschiedenis. 


Slide 14 - Slide

Dubbele punt (1)
  • Opsomming
 Deze foto heeft nogal wat kleuren: rood, groen, bruin, geel en oranje.
  • Conclusie 
 Daarom besluiten wij: verbied het jagen op ganzen.

Slide 15 - Slide

Dubbele punt (2)
  • Citaat
 Net zoals Peter dat wel eens zei: "Da's een verrekt goed idee!"
  • Verklaring/reden
 Een lama moet je niet uitdagen: dan spuugt hij misschien.
(Je kunt zo'n dubbele punt vervangen door  komma + want

Slide 16 - Slide

Aan de slag!
H1 - Leestekens vanaf blz. 34
Maken: opdracht 1 t/m 3



Klaar? Ander huiswerk of woordzoeker
timer
20:00

Slide 17 - Slide

Huiswerk
H1 - Leestekens vanaf blz. 34

Afmaken: opdracht 1 t/m 3




Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link