Les 2: informeel/formeel taalgebruik - mbo Verzorgende-IG

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Gespreksvaardigheden les 2

formeel en informeel taalgebruik

Nederlands

Opleiding 'Verzorgende-IG'

Lesdoelen

Aan het einde van de lessenserie...

1. kun je minimaal drie verschillen opnoemen tussen formeel en informeel taalgebruik.

2. kun je benoemen in welke situaties formeel taalgebruik en in welke situaties informeel taalgebruik gepast is.

3. kun je beroepsgerichte uitspraken/zinnen op een formele/beleefde manier verwoorden.

4. kun je spreekdoelen koppelen aan verschillende gesprekssituaties.

Terugblik

• Wat heb je nog allemaal onthouden van de vorige les?
• Bespreek in tweetallen 

Kies bij de volgende slides of je 'u' of 'jij' zegt in die situatie.

Een gesprek met je stagebegeleider

u

jij

Een vraag stellen aan een van je docenten

u

jij

Tegen een patiënt

u

jij

Spreekdoelen

• Welke tekstdoelen ken je nog? (Leesvaardigheid)

Spreekdoelen

spreekdoel	de spreker wil...
amuseren	dat je je vermaakt
informeren	dat je iets te weten komt
instrueren	dat je leert hoe je iets moet doen
overtuigen	dat je zijn mening overneemt
activeren	dat je iets wel (of niet) gaat doen

Aan de slag

• Opdracht: stage-ervaring delen (bespreek een situatie waarin je contact had met anderen). Kies uiteindelijk één ervaring uit die je gaat naspelen (formeel EN informeel). Bedenk ook het spreekdoel van de gesprekssituatie.
• Activiteit: viertallen
• Tijd: 10 minuten 

Voorbeelden van situaties:

• een gesprek met een patiënt
• een reflectiegesprek met je stagebegeleider
• een overleg met collega's

Uitvoering: kijken naar andere groepjes

• Noteer alle verschillen tussen de formele en de informele variant.
• Noteer het spreekdoel van het gesprek.

Reflectie

• Vul de vragenlijst in op Exitticket:  https://exitticket.nl/ticket/04pgy0z1 
• Vragen?

Wat vond je zelf van deze les?

😒🙁😐🙂😃