1. Neem de volgende begrippen over in je schrift en zet de juiste uitleg erachter:
waarden / gedrag / persoonlijke waarden / gemeenschappelijke waarden / normen
2. Wat is voor jou belangrijk in het leven? Noteer minimaal 3 voorbeelden van jouw persoonlijke waarden.
3. Wat doe jij om je persoonlijke waarden (zie opdracht 2) te bereiken of te behouden? Hoe kunnen we deze waarden dus in jouw gedrag zien?
4. Heb je wel eens moeten kiezen tussen je waarden? Geef een duidelijk voorbeeld (als je nooit hebt hoeven kiezen, mag je ook een keuze verzinnen) en leg het kort uit.
5. Veiligheid is een voorbeeld van een gemeenschappelijke waarde in een samenleving.
Noteer nog 3 andere voorbeelden van gemeenschappelijke waarden in (onze) samenleving.
6. Neem de volgende waarden over in je schrift en noteer achter iedere waarde een bijpassende norm (wat moet je doen om die waarde te bereiken?):
A - Vriendschap B - Eerlijkheid C - School D - Gezondheid E - Vrijheid F - Respect
7. Noteer de letter van de volgende normen en zet daar een bijpassende waarde achter:
A - Op tijd komen voor een afspraak B - Niet tegen de richting in fietsen. C - Iedereen hetzelfde behandelen, ook al zijn ze anders dan jij. D - Netjes in de rij gaan staan bij een attractie in de Efteling.
8. Bij opdracht 3 van de inleiding heb je een aantal gemeenschappen genoemd waar je zelf bij hoort. Noteer deze gemeenschappen opnieuw en zet achter iedere gemeenschap een bijpassende gemeenschappelijke waarde én de norm die daarbij kan horen.