This lesson contains 21 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Drogredenen
Slide 1 - Slide
Een argumentatieschema wordt onjuist gebruikt.
Een discussieregel wordt overtreden.
Slide 2 - Slide
Onjuist beroep op oorzaak-gevolgschema.
(onjuist beroep op causaliteit)
De oorzaakleidt niet noodzakelijk tot het genoemde gevolg.
'Het is goed te merken dat er meer vrouwen in het parlement zitten, want Nederland glijdt steeds verder weg in de recessie'
Slide 3 - Slide
Onjuist beroep op kenmerk- of eigenschapsschema.
Aan een bepaald kenmerk wordt veel betekenis gegeven, terwijl andere relevante kenmerken worden genegeerd.
'John is een hooligan, want hij zit onder de tattoos.'
Slide 4 - Slide
Onjuist beroep op voor- nadelenschema.
Overdrijven van voor-en nadelen.
De gevolgen van een handeling worden heel erg overdreven.
'Veel huwelijken eindigen in een scheiding, daarom kunnen mensen maar beter niet meer trouwen.'
Slide 5 - Slide
Onjuist beroep op voor- nadelenschema. (vals dilemma)
Als een situatie zo wordt neergezet dat er maar twee mogelijkheden zijn, terwijl er meer mogelijkheden zijn.
'De regering moet nu maar eens een duidelijke keuze maken: of meer lessen Nederlands, of een slechtere beheersing van de taal met alle gevolgen van dien.'
Slide 6 - Slide
Onjuist beroep op voorbeeldschema:
overhaaste generalisatie
Op basis van enkele gevallen wordt een conclusie getrokken voor veel of alle gevallen.
'De Noordkoreanen hebben het zo slecht nog niet, zo is er laatst bij Pyongyang nog een pretpark geopend.'
Slide 7 - Slide
Onjuist beroep op voorbeeldschema:
Verkeerde vergelijking
Twee dingen worden met elkaar vergeleken, die je misschien niet met elkaar kan vergelijken.
'Zo erg is het niet dat de bijen uitsterven, de dinosauriërs zijn ook ooit van de aarde verdwenen.'
Slide 8 - Slide
Onjuist beroep op autoriteit:
Om je argumentatie te ondersteunen, beroep je je op de verkeerde autoriteit.
'De directeur van KLM zei laatst ook al dat het ontzettend meevalt met de hoeveelheid CO2 die door vliegtuigen vrijkomt.'
Slide 9 - Slide
Overtreden van een discussieregel
Slide 10 - Slide
De persoonlijke aanval.
Er wordt niet ingegaan op de argumenten van iemand, maar iemand wordt beschuldigd van onkunde, onbetrouwbaarheid of andere slechte eigenschappen.
'Je kunt maar beter geen zaken met Diederik doen, zijn vader heeft ooit vastgezeten voor fraude.'
Slide 11 - Slide
Het ontduiken van bewijslast.
Iemand beweert iets, vervolgens vraagt hij de tegenpartij om het bewijs voor het tegendeel te leveren.
'Ik heb nog geen goed argument gehoord tegen mijn opvatting dat die klimaatproblemen wel meevallen.'
Slide 12 - Slide
Vertekenen van standpunt
De tegenstander wordt woorden in de mond gelegd.
'De Amerikaanse president zegt dat Europa meer geld aan defensie moet uitgeven. Zie je wel dat hij liever niets met Europa te maken heeft.'
Slide 13 - Slide
Bespelen van het publiek
Een standpunt wordt zo geformuleerd dat het moeilijk wordt om ertegen in te gaan.
'Mensen die ook maar een beetje goede smaak hebben zullen zich echt niet verlagen om naar de Toppers te gaan.'
Slide 14 - Slide
Cirkelredenering
Een standpunt wordt ondersteund door het herhalen van hetzelfde standpunt, maar anders geformuleerd.
'Iedereen mag zeggen wat hij wil; alle burgers van Nederland hebben immers het recht op vrije meningsuiting.'
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
schrijf een argumentatie
noteer je standpunt
noteer twee argumenten voor
noteer een tegenargument met weerlegging
probeer zoveel mogelijk drogredenen in je argumentatie te verwerken
De toehoorders moeten proberen de drogredenen te vinden.
Slide 17 - Slide
Het is goed dat ouders de schoolprestaties van hun kinderen live kunnen volgen.
Slide 18 - Slide
Landen die homo- en vrouwenrechten stelselmatig schenden moeten geen ontwikkelingshulp krijgen.
Slide 19 - Slide
Gebouwen die langer dan twee jaar leeg staan moeten legaal bewoond kunnen worden door krakers.
Slide 20 - Slide
Het bespotten van onaantrekkelijkheid verdient dezelfde afkeuring als racistische of homofobe grappen.