Herhalingsles apprendre 1-5

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

BONJOUR ET BIENVENUE!

Bonjour

et 

bienvenue!!

Wat gaan we vandaag doen?

Herhalen van de Franse lidwoorden en persoonlijke voornaamwoorden.

• Uitleg + oefeningen
• Exercice 16F

Lesdoel

Ik begrijp het gebruik van de Franse lidwoorden en persoonlijke voornaamwoorden en kan deze toepassen in een gesprekje.

Franse lidwoorden

Bepaalde lidwoorden

Mannelijk= le                                    

Vrouwelijk= la                        

Voor een klinker of stomme h= l'

Meervoud= les

de/het

Er is geen regel voor om te weten of een woord mannelijk of vrouwelijk is. Dit moet je gewoon leren!

Bijvoorbeeld: 

le musée

la ville

l'ami

les classes

Onbepaalde lidwoorden

Mannelijk= un

Vrouwelijk= une

Meervoud= des

een

Bijvoorbeeld:

un collège

une adresse

des filles

Vertaal: een vriendin

Vertaal: de vrienden

'Les' vertaal je met:

1. de/het
2. de
3. niet
4. het

In het meervoud komt er altijd een s achter het zelfstandig naamwoord

Vrai

Faux

'Des' vertaal je met:

1. de/het
2. de
3. het
4. niet

Vertaal: de school

Zeg het rijtje van être op 

être

Je suis

tu es

il est

elle est

on est

nous sommes

vous êtes

ils sont

elles sont

Ik ben

jij bent

hij is

zij is

men is, wij zijn

wij zijn

jullie zijn, u bent

zij zijn (m)

zij zijn (v)

Hoe vertaal je 'het is' in het Frans?

Wanneer gebruik je de persoonlijke voornaamwoorden il, ils , elle of elles ?

Wanneer gebruik je de persoonlijke voornaamwoorden il, ils, elle of elles?

Il= hij (mannelijk enkelvoud)

Elle= zij (vrouwelijk enkelvoud)

Ils= zij (mannelijk meervoud)

Elles= zij (vrouwelijk meervoud)

Vervang de rode woorden uit de zinnen door il, ils, elle of elles.

1. Luc et Charlotte sont au collège.

2. Boris est un grand garçon.

3. Fleur et Charlotte habitent à Zwijndrecht.

4. Sophie est dans le musée.

1. Ils sont au collège.

2. Il est un grand garçon.

3. Elles habitent à Zwijndrecht.

4. Elle est dans le musée.

Exercice 16F

• Maak samen met je buurman/buurvrouw het gesprekje volgens het voorbeeld. Gebruik de juiste lidwoorden en persoonlijke voornaamwoorden!
• Begin met gesprekje 1 : de linkerrij (à gauche)
• En daarna met gesprekje 2: de rechterrij (à droite)

Les devoirs

Leer nog een keer goed apprendre 1-5!

Volgende les: proeftoets