Week 07 - §4.3 - 4.15 t/m 4.23

1 / 30
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

TW2 - Toets H4 & H6
Wat? Toets hoofdstuk 4 & 6
Wanneer? TW2
Hoelang? 60 minuten
Weging? 1x (alle toetsen leerjaar 3)

FE2 gaan we volgende week bespreken!

Slide 2 - Slide

Vandaag...
  1. Startopdracht (15 minuten)
  2. Leerdoelen (5 minuten)
  3. Introductie §4.3 (10 minuten)
  4. Uitleg §4.3 (10 minuten)
  5. Gezamenlijke opdracht (10 minuten)
  6. Vervolg uitleg §4.3 (10 minuten)
  7. Aan de slag! (15 minuten)
  8. Afsluiten... (5 minuten)

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Startopdracht - Winst

Piet Muis huurt in Ede een winkelruimte voor € 1.000 per maand, waar hij aardewerk gaat verkopen. Hij heeft in december 2018 voor € 4.500 aardewerk ingekocht. De winkel is per 1 januari 2019 geopend. Hij heeft een meisje in dienst en betaalt haar € 210 per week aan loon en de energiekosten bedragen in totaal € 3.096 per jaar. Tot slot gaat Piet Muis ervan uit dat hij al het aardewerk in januari 2019 zal verkopen.
  • Bereken de totale bedrijfskosten per maand voor Piet Muis.
Piet Muis wil natuurlijk winst maken. Hij wil een brutowinst van 75% van de inkoopprijs.
  • Bereken de brutowinst over januari 2019.
  • Bereken de brutowinst als percentage van de omzet.
  • Bereken de nettowinst over januari 2019.










timer
10:00

Slide 5 - Slide

Startopdracht - Winst

Piet Muis huurt in Ede een winkelruimte voor € 1.000 per maand, waar hij aardewerk gaat verkopen. Hij heeft in december 2018 voor € 4.500 aardewerk ingekocht. De winkel is per 1 januari 2019 geopend. Hij heeft een meisje in dienst en betaalt haar € 210 per week aan loon en de energiekosten bedragen in totaal € 3.096 per jaar. Tot slot gaat Piet Muis ervan uit dat hij al het aardewerk in januari 2019 zal verkopen.
Bereken de totale bedrijfskosten per maand voor Piet Muis.
  1. huur € 1.000
  2. loon 210 × 52 / 12 = € 910
  3. 0verig 3.096 / 12 = € 258
  4. Totale bedrijfskosten: 1.000 + 910 + 258 = € 2.168










Slide 6 - Slide

Startopdracht - Winst

Piet Muis huurt in Ede een winkelruimte voor € 1.000 per maand, waar hij aardewerk gaat verkopen. Hij heeft in december 2018 voor € 4.500 aardewerk ingekocht. De winkel is per 1 januari 2019 geopend. Hij heeft een meisje in dienst en betaalt haar € 210 per week aan loon en de energiekosten bedragen in totaal € 3.096 per jaar. Tot slot gaat Piet Muis ervan uit dat hij al het aardewerk in januari 2019 zal verkopen.
Piet Muis wil natuurlijk winst maken. Hij wil een brutowinst van 75% van de inkoopprijs.
Bereken de brutowinst over januari 2019.
  • 4.500 × 0,75 = € 3.375.











Slide 7 - Slide

Startopdracht - Winst

Piet Muis huurt in Ede een winkelruimte voor € 1.000 per maand, waar hij aardewerk gaat verkopen. Hij heeft in december 2018 voor € 4.500 aardewerk ingekocht. De winkel is per 1 januari 2019 geopend. Hij heeft een meisje in dienst en betaalt haar € 210 per week aan loon en de energiekosten bedragen in totaal € 3.096 per jaar. Tot slot gaat Piet Muis ervan uit dat hij al het aardewerk in januari 2019 zal verkopen.
Piet Muis wil natuurlijk winst maken. Hij wil een brutowinst van 75% van de inkoopprijs.
Bereken de brutowinst als percentage van de omzet.
  • Omzet = inkopen + brutowinst = 4.500 + 3.375 = € 7.875.
  • Brutowinst in procenten van de omzet = 3.375 / 7.875 × 100% = 42,9% van de omzet.










Slide 8 - Slide

Startopdracht - Winst

Piet Muis huurt in Ede een winkelruimte voor € 1.000 per maand, waar hij aardewerk gaat verkopen. Hij heeft in december 2018 voor € 4.500 aardewerk ingekocht. De winkel is per 1 januari 2019 geopend. Hij heeft een meisje in dienst en betaalt haar € 210 per week aan loon en de energiekosten bedragen in totaal € 3.096 per jaar. Tot slot gaat Piet Muis ervan uit dat hij al het aardewerk in januari 2019 zal verkopen.
Piet Muis wil natuurlijk winst maken. Hij wil een brutowinst van 75% van de inkoopprijs.
Bereken de nettowinst over januari 2019.
  • Nettowinst = 3.375 – 2.168 = € 1.207.










Slide 9 - Slide

Leerdoelen, aan het einde van de les kun je...
  1. Berekeningen maken met de begrippen nettowinst, brutowinst, omzet, inkoopwaarde van de omzet en bedrijfskosten.
  2. Voorbeelden geven van sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen voor een SWOT-analyse.
  3. Voorbeelden geven van de marketinginstrumenten product, prijs, plaats en promotie voor een marketingmix.

Slide 10 - Slide

§4.3 Een ondernemingsplan schrijven

Slide 11 - Slide

Bekijk het filmpje!
Welke vaardigheden heb je volgens het filmpje nodig om succesvol te zijn als ondernemer?

Schrijf minimaal 3 vaardigheden op in je 
schrift!

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Pak je laptop erbij!

Slide 14 - Slide

Welke vaardigheden heb je volgens het filmpje nodig om succesvol te zijn?

Slide 15 - Mind map

Doe je laptop weer in de tas

Slide 16 - Slide

§4.3 Een ondernemingsplan schrijven
In een ondernemingsplan beschrijft een startend ondernemer wat zijn ideeën en plannen zijn voor zijn onderneming. Zo omschrijft hij/zij hierin:
  • Wie hij is en wat zijn vaardigheden zijn;
  • Wat het doel is van zijn onderneming;
  • Aan welke regels hij zich moet houden en welke vergunning nodig zijn;
  • Het financieel plan en het marketingplan.
Verder moet een ondernemer zich inschrijven bij de Kamer van Koophandel (KvK)

Slide 17 - Slide

Kamer van Koophandel

Slide 18 - Slide

§4.3.1 Financieel plan
Een financieel plan is een financiële onderbouwing van het ondernemingsplan. Het plan geeft inzicht in verwachte omzet en winst en hierin staat onder andere:
  • Verwachte omzet, brutowinst en nettowinst;
  • Brutowinstmarge: brutowinst in procenten van de omzet.
  • Nettowinstmarge: nettowinst in procenten van de omzet.

Slide 19 - Slide

§4.3.1 Financieel plan
Voorbeeld: over een bedrijf zijn de volgende gegevens bekend:
  • Omzet: € 314.500
  • Inkoopwaarde van de omzet: € 204.000
  • Brutowinst: € 110.500
  • Nettowinst: € 40.000
Bereken de brutowinstmarge én de nettowinstmarge!
  • Brutowinstmarge: 110.500 / 314.500 x 100 = 35,1%
  • Nettowinstmarge: 40.000 / 314.500 x 100 = 12,7%

Slide 20 - Slide

§4.3.2 Marketingplan
In het marketingplan staat hoe je jouw producten en diensten onder de aandacht van potentiële klanten brengt en hoe je op de markt inspeelt om de doelen van de onderneming te bereiken. Het marketingplan bevat de volgende onderdelen:
  1. SWOT-analyse
  2. De vier p's van de Marketingmix

Slide 21 - Slide

En nu zijn jullie! Denken-delen-uitwisselen
Ga in tweetallen uitzoeken wat de 2 onderdelen van het marketingplan inhouden. Eén iemand houdt zich bezig met de SWOT-analyse en iemand anders met de marketingmix (4 P's). Dit gebeurt in de volgende stappen:
  1. Denken (5 minuten): Zoek individueel jouw onderwerp op in je boek en schrijf een beknopte uitleg/samenvatting in je schrift.
  2. Delen (5 minuten): Deel je bevindingen over het onderwerp met je buur. Let op! Jullie moeten allebei kunnen beiden onderwerpen uitleggen.
  3. Uitwisselen (5 minuten): Een willekeurig duo krijgt het woord en legt uit.
timer
5:00

Slide 22 - Slide

§4.3.2 Marketingplan - De 4 p's van de Marketingmix
De marketingmix oftewel de 4P’s van, bedacht door 'Jerome McCarthy', is een instrument om een marketingplan op te stellen waarmee marketeers bedrijfsresultaten verhogen. Dit doen zij door de vier 
variabelen: Product, Prijs, Plaats & Promotie zo optimaal
mogelijk in te richten.

Slide 23 - Slide

§4.3.2 Marketingplan - De 4 p's van de Marketingmix
Hoe de vier instrumenten worden ingezet om de marketingstrategie vorm te geven, wordt de marketingmix genoemd:
  1. Product: gaat om zowel om materiële als immateriële eigenschappen van het product. Denk aan kwaliteit, design, etc.
  2. Prijs: Welke prijs hanteer je en wanneer/waarom?
  3. Plaats: Waar en hoe ga je je producten verkopen? En hoe verloopt de distributie?
  4. Promotie: Hoe ga je het product promoten? (Adverteren, Online marketing, etc.)

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

§4.3.2 Marketingplan - SWOT-analyse

Slide 26 - Slide

SWOT-analyse - "Van Santvoort en 3g1 B.V."
Hoe ziet de SWOT-analyse van ons bedrijfje 
eruit?

Slide 27 - Slide

Aan de slag!
Wat? Opdracht 4.15 t/m 4.23
Hoe? Overleggen mag (fluisteren!)
Hulp? Buurman/buurvrouw, daarna? Steek je vinger op!
Hoelang? Tot 11:25
Klaar? Nakijken!
Hierna? klassikaal aantal opdrachten bespreken

Slide 28 - Slide

TW2 - Toets H4 & H6
Wat? Toets hoofdstuk 4 & 6
Wanneer? TW2
Hoelang? 60 minuten
Weging? 1x (alle toetsen leerjaar 3)

Slide 29 - Slide

Wat heb je geleerd?
Wat heb je geleerd?

Slide 30 - Slide