05/10/2021 Herhaling spelling (alle vormen + oefenen)

Lesdoel

Je kunt de persoonsvormen in alle tijden correct spellen


1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lesdoel

Je kunt de persoonsvormen in alle tijden correct spellen


Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Herhalen van alle werkwoordsvormen:

- tegenwoordige tijd,
- verleden tijd - zwak en sterke werkwoorden en 
- het voltooid deelwoord

Slide 2 - Slide

De ham-vraag

Voor een correcte werkwoordspelling, moet je altijd eerst een belangrijke vraag stellen. Namelijk:


Heb ik te maken met een persoonsvorm???

Slide 3 - Slide

Hoe herken je de pv?

De pv past zich aan het onderwerp aan:


Ik neem een Big Mac.

Neem jij een Big Mac?

Hij neemT een Big Mac.

Wij nemEN een Big Mac.

Slide 4 - Slide

Hoe herken je de persoonsvorm?:

  • Zin vragend maken
  • Getalsproef: enkelvoud / meervoud of meervoud / enkelvoud
  • Andere tijd zetten 

Slide 5 - Slide


Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

De ik-vorm
hele werkwoord: klimmen 
ik-vorm: -en -> klim

hele werkwoord: wrijven
ik-vorm: -en -> wrijv -> wrijf

Slide 8 - Slide



Slide 9 - Slide

werkwoordvervoeging verleden tijd sterke werkwoorden

De klank verandert in de verleden tijd:
spreken/ spraken
zwemmen/ zwommen


Gebruik nooit twee dezelfde klinkers/
medeklinkers achter elkaar 
smelten/ smolten, beginnen/ begonnen

Slide 10 - Slide

Voltooid deelwoord 

- Geeft aan dat een handeling is afgerond.

- Er staat altijd een vorm van hebben, zijn of worden in de zin


Slide 11 - Slide

Oefening werkwoord spelling

Maak nu zelf de oefening werkwoordspelling

Slide 12 - Slide

Voltooid deelwoord
Voltooid deelwoord van sterke werkwoorden 
eindigt vaak op -en

Voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden 
- uitgang van de stam ('t ex-kofschip) 
bepaal of het werkwoord eindigt op een 'd' of een 't'

Slide 13 - Slide

Ik kan... 


...de persoonsvormen in de tegenwoordige, verleden en voltooide tijd correct schrijven.

Slide 14 - Slide