Klas 3 les 19 schooljaar 2023/2024

Voorwaarden in de les Duits
1. Telefoon in de kluis, direct naar de eigen plek en spullen op tafel.
 
2. Als ik (= mevr. Schuffelen) praat, doe jij dat niet. 

3. Je hebt jouw spullen op orde & je doet actief mee. 

4. Je bent vriendelijk tegen elkaar en maakt geen nare opmerkingen of gebaren. 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with text slides.

Items in this lesson

Voorwaarden in de les Duits
1. Telefoon in de kluis, direct naar de eigen plek en spullen op tafel.
 
2. Als ik (= mevr. Schuffelen) praat, doe jij dat niet. 

3. Je hebt jouw spullen op orde & je doet actief mee. 

4. Je bent vriendelijk tegen elkaar en maakt geen nare opmerkingen of gebaren. 

Slide 1 - Slide

  •  Spullen niet op orde = direct overschrijven 

  • Toch ongewenst gedrag? 

I:  naam op bord = gratis waarschuwing
II: streepje achter je naam = overschrijven 
III: nog een streepje achter jouw naam = blauwe brief* 

*40 minuten nablijven, overschrijven & contact met thuis 


Slide 2 - Slide

Startaufgabe:
Grammatik  

Macht den Aufgaben auf das Arbeitsblatt


Fertig? Nimmt die Wörter und Sätzen von Lektion 1 (S.132) durch. 

timer
10:00

Slide 3 - Slide

 DER/DIE/DAS
DER= mannelijke personen, dieren, beroepen, dagen van de week, maanden en jaargetijden. 

DIE= vrouwelijke personen, dieren, beroepen en woorden die eindigen op: -heit, -keit, -ung, -schaft en de meeste woorden op een -e 

DAS= onzijdige personen (Kind/Baby) en woorden die eindigen op -chen en -lein 

Slide 4 - Slide

Sterke werkwoorden met een A in de stam. 
ich
fahre
du
fährst
er/sie/es
fährt
wir
fahren
ihr
fahrt
sie/Sie
fahren
sterke werkwoorden met een a in de stam, krijgen bij de du en de er/sie/es vorm een umlaut op de a --> ä

Slide 5 - Slide

Neem de aantekening over :)
Uhr
uur
halb
half
Minuten
minuten
Viertel vor
kwart voor
Viertel nach
kwart over
vor 
voor
nach
over

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Voltooid deelwoord 

ge + stam + t     ---->      standaard 

ge + stam + et  ---->      stam op -d of -t 

stam + t            ---->      werkwoorden die eindigen op -ieren 

Slide 8 - Slide

Das Programm
Wiederholung  Grammatik
Start Kapitel 3
Wortschatz 
Examentraining
Pause 
Schreiben 
Grammatik 
Aufgaben machen



 

Slide 9 - Slide

Start Kapitel 3 
Shoppen 
Mode 
Kleidung 
 Farben 
 Hobbys 
(Taschen)Geld 
 ins Kino gehen

Slide 10 - Slide

S. 94 

Slide 11 - Slide

Aufgabe zum Text + Wortschatz
Macht Aufgabe 3 auf S.95

Benutzt dazu den Text Zürich auf S. 94

Ihr dürft zusammenarbeiten. 

Fertig? Macht Aufgabe 2 auf S.94  
Benutzt Lernbox 1 auf S. 132


timer
5:00

Slide 12 - Slide

Examentraining
Lest den Text 
"Schweizer Mode"  (S. 96)
(= Zwitserse mode) 

&
beantwortet die Frage 1-4 von Aufgabe 7 (S. 96)

Du arbeitest alleine. 


timer
4:00

Slide 13 - Slide

Pause :) 
timer
5:00

Slide 14 - Slide

Grammatik 
1) voorzetsels 3e +
4e naamval 

2) DER schema 


Slide 15 - Slide

Voorzetsels 3e naamval 
aus, bei, mit, nach, seit, 
von, zu 

haben dritten Fall dazu. 

Slide 16 - Slide

Voorzetsels 4e naamval 
durch, für, ohne, um, bis , gegen & entlang 
de 4e 4e naamval naamval
ZING MEE! 

Slide 17 - Slide

DER schema 
M
V
O
MV
1e 
der
die
das
die
3e
dem
der
dem
den
4e
den
die
das
die
4e naamval: 
durch, für, ohne, um, bis , gegen, entlang 
3e naamval: 
aus,bei,mit,nach,seit,von, zu 

Slide 18 - Slide

Voorbeeldzinnen 4e naamval. 
1. Ich bin für                            Mann (m) gekommen.
2. Er lief durch                         Wald(m).
3. Ohne                           Eltern (mv) darf er nicht kommen.
4. Um                           Sohn (m)hat sie sich nie bekümmert.

Slide 19 - Slide

Voorbeeldzinnen 3e naamval. 
1. Ich bin mit                             Mann (m) gekommen.
2. Er lief bei                         Straße(v).
3. Von                           Eltern (mv) darf er nicht kommen.
4. Wir gehen zu                            Kind (o). 


Slide 20 - Slide

Arbeitsblatt 
Macht die Aufgaben auf das Arbeitsblatt

Ihr dürft zusammenarbeiten. 


Fertig? Macht Aufgabe 1 (= wiederholung Kapitel 2). 
Benutzt dazu Lektion 6 (S.90)

Slide 21 - Slide

Volgende les
Wiederholung Grammatik
Neue Grammatik 
Lesen 
Schreiben 
Sprechen 
Aufgaben machen 

Slide 22 - Slide

Zürich
is de grootste stad van Zwitserland en de hoofdstad van het kanton Zürich.
De stad is het financieel en economisch centrum van Zwitserland.   

Slide 23 - Slide