De kandidaat heeft op de juiste manier gecommuniceerd met de cliënt en/of de naastbetrokkene(n).
Indicatoren
De kandidaat heeft:
● actief geluisterd;
● een empathische houding laten zien;
● zijn/haar verbale en non-verbale communicatie aangepast;
● non-verbale signalen opgemerkt en correct besproken;
● duidelijke en correcte vragen gesteld en/of beantwoord;
● een herkenbare structuur van inleiding, kern en afronding toegepast.