B1a Thema 3 Ordening herhaling

Herhaling Thema 3 ordening
1 / 39
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling Thema 3 ordening

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning
- Herhaling Thema 3

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

BS 1 Steeds kleinere groepen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Hoofdgroepen


Rijken



Eukaryoten
Prokaryoten
Schimmels
Planten
Dieren
Bacteriën
Prokaryoten -> Eencellig en geen celkern
Eukaryoten -> eencellig of meercellig en wel celkern

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Prokaryoten en Eukaryoten
Prokaryoten -> Eencellig en geen celkern
Eukaryoten -> eencellig of meercellig en wel celkern

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken Bacteriën en Archaea
  • Eencellig 
  • Geen Celkern
  • Wel Celmembraan
  • Wel Celwand
  • Geen Bladgroenkorrels

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken Plantaardige cellen
  • Eencellig / Meercellig
  • Wel Celkern
  • Wel Celmembraan
  • Wel Celwand
  • Wel Bladgroenkorrels

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken Dierlijke cellen
  • Eencellig / Meercellig
  • Wel Celkern
  • Wel Celmembraan
  • Geen Celwand
  • Geen Bladgroenkorrels

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken Schimmels
  • Eencellig / Meercellig
  • Wel Celkern
  • Wel Celmembraan
  • Wel Celwand
  • Geen Bladgroenkorrels

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

BS 2 Overeenkomt en Verwantschap

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Soort
  • Organismen behoren alleen tot dezelfde soort als ze zich onderling kunnen voortplanten en de nakomelingen vruchtbaar zijn.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Verwantschap
  • De tijger en de leeuw zijn meer aan elkaar verwant dan de tijger en de aap. 
  • Hoe langer geleden twee soorten zijn ontstaan uit  een gemeenschappelijke voorouder, hoe minder verwant ze zijn.
  • Hoe meer verwant soorten zijn, hoe meer overeenkomsten hun DNA vertoont.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

BS 5 Schimmels

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Eencellige schimmels
  • Gisten
  • Voorplanting door celdeling

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Meercellige Schimmels
  • Voortplanting door sporen
  • De sporen ontstaan bij veel schimmels aan het uiteinde van schimmeldraden.
  • Bij andere soorten schimmels ontstaan de sporen in de paddenstoelen. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Nuttige schimmels
Kunnen dienen als:
  • Voedsel of gebruikt worden bij het maken van voedsel
  • Opruimen van dode resten van organismen
  • Maken van medicijn -> antibiotica

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Schadelijke Schimmels
  • Kunnen voedsel laten bederven
  • Kunnen ziekte veroorzaken


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

BS 6 Bacteriën

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Voortplanting
  • Door deling
  • In goede omstandigheden elke 20/30 minuten

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Nuttige bacteriën

  • Bacteriën in de darmen en op de huid                                                                                                                                 
  • Voeden zich met dode resten van organismen.                                                                                       



Slide 20 - Slide

In je lichaam en op je lichaam zijn veel bacteriën ook nuttig. In de dikke darm leven grote hoeveelheden darmbacteriën: de darmflora. De bacteriën in de darm bewerken de voedingsvezels (onverteerbare plantaardige stoffen). Hierbij komen stoffen vrij die ervoor zorgen dat de darm goed werkt. Ook is de darmflora belangrijk voor de aanmaak van vitamine K. Ook in je mond en op je huid leven heel veel bacteriën waarvan de meeste nuttig en ongevaarlijk zijn. Ze beschermen juist tegen een infectie van schadelijke bacteriën
Biotechnologie
De bacteriën zetten een deel van de melk om in melkzuur. 
Daardoor krijg je zure yoghurt. 

De bacteriën maken de harde witte kool zacht en een beetje zuur.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Schadelijke bacteriën 
  •  Bacteriële infectieziekten -> Cholera, longontsteking  
  • Voedsel bederven                                      


Slide 22 - Slide

https://www.youtube.com/watch?v=JqRvvHFYEE8 

Cholera
Leren onderzoeken

Slide 23 - Slide

https://www.youtube.com/watch?v=JqRvvHFYEE8 

Cholera
Voorbereiden
- Diagnostische toets (hw controle)
- Biologiepagina.nl
- Samenhang opdrachten
- Leren

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Quiz

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Welk rijk heeft geen celwand?
A
bacterien
B
schimmels
C
dieren
D
planten

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Bij welk rijk komen alleen maar eencelligen voor?
A
Planten
B
Bacterien
C
Schimmels
D
Dieren

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Welk rijk heeft geen celkern?
A
Bacteriën
B
Dieren
C
Planten
D
Schimmels

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Welk rijk heeft als enige bladgroenkorrels?
A
Schimmels
B
Bacteriën
C
Planten
D
Dieren

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Welk celonderdeel komt er voor in een bacterie?
A
Celwand
B
Celkern
C
Bladgroenkorrels

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Een champignon behoort tot het rijk van de planten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Bij de bereiding van brood worden bacteriën gebruikt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Bij de bereiding van yoghurt worden schimmels gebruikt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Wieren hebben wortels
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Bij welke van onderstaande voedingsmiddelen spelen schimmels een rol?
A
Zuurkool
B
Wijn
C
Yoghurt
D
Bier

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Welke van de onderstaande antwoorden geeft de goede omschrijving voor sporenplanten?
A
Ze hebben geen wortels, stengels en bladeren
B
Ze hebben wortels stengels bladeren en bloemen
C
Ze hebben wortels, stengels, bladeren en geen bloemen
D
Ze hebben alleen stengels en bladeren

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Tot welke stam van het plantenrijk behoort de varen?
A
Zaadplanten
B
Sporenplanten
C
Wieren (algen)

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Tot welke hoofdgroep behoren mensen?
A
Eukaryoten
B
Prokaryoten

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Tot welke groep van planten behoort de plant van de afbeelding?
A
Zaadplanten
B
Sporenplanten
C
Wieren (algen)

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions