§6.4 Handel in grondstoffen

Handel in grondstoffen
§6.4
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Handel in grondstoffen
§6.4

Slide 1 - Slide

Programma
Huiswerk/herhalen
Uitleg
Zelfstandig opdrachten maken

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van de les kun je uitleggen 
  • wat de nadelen zijn van prijsschommelingen van grondstoffen
  • wat een grondstoffenfonds doet
  • waarom een monocultuur slecht is voor een land

Slide 3 - Slide

a) 200 mln : 100.000
200.000.000 : 100.000
 = 2000  per werkende
b)230 mln : 50.000 =
230.000.000 : 50.000
 = 4.600 per werkende
c)
d)

2000
1
2600
%
100
0,05
130

Slide 4 - Slide

Noem 3 oorzaken van armoede

Slide 5 - Open question

Noem 3 vormen van protectiemaatregelen

Slide 6 - Open question

Grondstoffen
Grondstoffen komen uit de natuur
Goud, zilver, diamanten
Tarwe, rijst, soja
Vlees, vis, garnalen
water, olie, steenkolen, aardgas

Ieder werelddeel heeft zijn eigen grondstoffen. Sommige landen hebben helemaal geen grondstoffen, maar wel kennis, kapitaal of een sterk leger.


Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Handel in grondstoffen
De wereldwijde handel in grondstoffen  => een markt.

Kenmerk van een markt  =  prijs wordt bepaald door vraag en aanbod is. 

Vraag groot en aanbod laag   =>   prijs omhoog.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Prijsschommelingen
Dalende prijzen => goed voor het land dat de grondstof koopt => 
slecht voor het land dat de grondstof uit de natuur haalt en verkoopt.

Geen zekerheid over inkomsten => voor land dat de grondstof uit de grond haalt als de prijzen continu schommelen.

Daarom zijn er voor sommige grondstoffen fondsen opgericht.

Slide 11 - Slide

Grondstoffenfonds
Grondstoffenfondsen: zorgen ervoor dast prijzen niet te veel schommelen

Dalende vraag => dalende prijs => grondstoffenfonds koopt de grondstof => vraag gaat dus omhoog => prijs blijft stabiel

Als de vraag weer stijgt => stijgt de prijs => grondstoffenfonds verkoopt wat ze eerst hadden gekocht => prijs blijft stabiel


Slide 12 - Slide

Monocultuur
land is afhankelijk van een grondstof

Ruilvoet
Minder inkomsten van export <-> meer uitgaven aan import 
daling ruilvoet   =   daling welvaart

Slide 13 - Slide

Opdracht
Wat: Maak opdracht 1 t/m 5   blz 58
Resultaat: zelfstandig nakijken
Klaar? begin aan je huiswerk 6, 8, 10 en 12
Volgende les bespreken

Slide 14 - Slide

Wat heb je deze les geleerd? Leg duidelijk uit wat en hoe dat werkt. Minimaal 2 dingen.

Slide 15 - Open question