This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Afsluiting H3: De Grieken
Slide 1 - Slide
Deze les:
Herhaling H3
Bespreken toets H2
Aan de slag met een kleine oefentoets
leren, oefentoets van de methode maken, vragen stellen.
Slide 2 - Slide
Aan het einde van deze les
... Weet je hoe goed je het leerwerk van H3 onder de knie hebt.
... Weet je waar hoofdstuk 3 over ging, en wat belangrijk is om te leren.
... Weet je hoe toetsvragen er ongeveer uit gaan zien.
Slide 3 - Slide
Afsluiting H3
In dit hoofdstuk:
3.1 De Griekse wereld
3.2 Het bestuur van de stadstaat
3.3 Geloven en weten
3.4 Strijden of sporten
3.5 Griekse kunst
Dit hoofdstuk gaat over de samenleving en cultuur van de Grieken in de Oudheid
Slide 4 - Slide
3.1: De Griekse wereld
Stadstaten
Kolonies
Grieken en andere volken
Athene
Sparta
Slide 5 - Slide
3.2: Het bestuur van de stadstaat:
Bestuursvormen
Athene
Democratie in Athene
Slide 6 - Slide
3.3: Geloven en weten
goden
onderzoekers en denkers
soorten verhalen
culturele eenheid
Slide 7 - Slide
3.4: Strijden of sporten
Olympische spelen
Grieken tegen de Perzen
Grieken tegen Grieken
Oorzaak, gevolg en aanleiding
Hellenisme
Alexander de Grote
Slide 8 - Slide
3.5: Griekse kunst
bouwkunst
beeldhouwkunst
schilderkunst
toneelstukken
Slide 9 - Slide
Bespreken toets H2
Document in Teams.
Kijk je toets na aan de hand van de antwoorden die (dikgedrukt) bij de opgaven staan. Vul per vraag het schema in dat eronder staat. Vul ten slotte het laatste schema in en maak hier een screenshot van. Lever het ingevulde document in via teams en ga daarna aan de slag met de oefentoets achter deze dia.
Slide 10 - Slide
Soorten vragen:
R= reproductie, dit is je leerwerk
T1= toepassing van je kennis in situaties zoals je ze eerder in de les hebt gezien.
T2= toepassing op nieuwe situaties (moeilijker)
I = Inzicht
Slide 11 - Slide
Uitleg oefentoets:
Voor elke vraag kun je punten halen.
Nadat je je antwoord hebt ingevuld kijk je je antwoord na en geef je jezelf het juiste aantal punten. (noteer dit voor jezelf)
noteer welke vragen goed gaan en welke vragen niet goed gaan.
maak aan het einde voor jezelf een overzicht van wat je nog moet leren.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Open question
opdracht 2: (T1) (2p) Welk begrip uit het hoofdstuk past het beste bij deze afbeelding? Leg je antwoord uit.
Slide 14 - Open question
Opdracht 3: T2, 4p
Slide 15 - Open question
Opdracht 4 : (R)(1p) Alexander de Grote veroverde een enorm Rijk. Maar na zijn dood viel dit al snel uiteen. Hoe kwam dat? Kies het juiste antwoord.
A
A. De Perzen sloegen terug. Zodra ze hoorden dat Alexander dood was, veroverden ze hun land weer terug.
B
B. De drie zoons van Alexander maakten ruzie over hoe het Rijk het beste beschermd kon worden. Ze konden het niet eens worden en daardoor viel het Rijk uiteen.
C
C. Alexander werd opgevolgd door zijn vrouw, Roxanne. Maar zij was een prinsesje dat helemaal geen verstand had van vechten. Dus vielen verschillende buurvolken het Rijk binnen en Roxanne had geen idee wat ze daar tegen kon doen.
D
D. Alexanders generaals wilden allemaal een deel van het Rijk hebben, waardoor het Rijk in stukken werd gedeeld.
Slide 16 - Quiz
Opdracht 5: (T2/ 2p) Leg uit dat deze afbeelding te maken heeft met het beschermen van de democratie van Athene
Slide 17 - Open question
Opdracht 6: (R/T1) (1p) Welke uitspraak over Griekse toneelstukken is fout?
A
De Grieken hadden twee soorten toneelstukken: de komedie en de tragedie.
B
De meeste Griekse toneelstukken gingen over mythologie of over het dagelijks leven.
C
Volgens de Grieken was een toneelstuk een vorm van vermaak. Het hoefde dus niet leerzaam te zijn.
D
Toneelstukken werden opgevoerd in een theater in de buitenlucht, dat een halfronde vorm had.
Slide 18 - Quiz
Opdracht 7: (T2) (3p) Welke begrippen horen bij de volgende rijtjes?
A. goden – verhaal – avontuur B. zelfstandig – eigen regels – Athene – Sparta C. kennis – natuurkunde – aardrijkskunde – onderzoek
Slide 19 - Open question
Opdracht 8: (I) (2p) Bekijk de afbeelding, stel je voor iemand zegt: "Athene was geen echte democratie" Leg uit dat hij gelijk heeft gebruik hiervoor een voorbeeld uit de afbeelding.
Slide 20 - Open question
Opdracht 9: (I) (2p) Lees de bron, bij welk soort verhaal dat je dit hoofdstuk geleerd hebt past deze bron? Leg je antwoord uit.
Slide 21 - Open question
opdracht 10 (I) (2p) Bekijk de afbeelding, leg uit dat deze afbeelding niet gemaakt kan zijn in de prehistorie.
Slide 22 - Open question
Opdracht 11 (T2) (2p) Bekijk de afbeelding, bij welk begrip uit het hoofdstuk past deze afbeelding het best? Leg je antwoord uit.
Slide 23 - Open question
Opdracht 12 (I) (2p): lees de bron, uit welke stadstaat zal deze bron komen denk je? Leg je antwoord uit.
Slide 24 - Open question
Afsluiting:
Tel je punten op.
Je kunt je cijfer op de volgende manier uitrekenen: