1HV Blok 2 Spelling opdracht 28

1HV Blok 2
Spelling
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

1HV Blok 2
Spelling

Slide 1 - Slide

Les en doel van de les
Herhaling theorie en hiermee oefenen
 Voltooid deelwoord
Persoonsvorm verleden tijd

Doel
Je kunt de persoonsvorm in de verleden tijd en het voltooid deelwoord vervoegen.

Slide 2 - Slide

Bij de spelling van het voltooid deelwoord kun je gebruik maken van 't sexy fokschaap.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Wat kun je nog meer doen om erachter te komen of een voltooid deelwoord met een 'd' of 't' geschreven moet worden?

Slide 4 - Open question

Welke twee soorten werkwoorden kennen we in de verleden tijd?

Slide 5 - Open question

Van welke regel maak je gebruik in de verleden tijd bij klankvaste werkwoorden?

Slide 6 - Mind map

Bij klankveranderende werkwoorden maak je gebruik van 't sexy fokschaap.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

De schoonmakers hebben de rommel [opruimen] die bleef liggen na de optocht.
A
geopruimd
B
geopruimt
C
opgeruimd
D
opgeruimt

Slide 8 - Quiz

Kun jij mij vertellen wat er gistermiddag op het schoolplein is [gebeuren]?
A
gebeurd
B
gebeurt

Slide 9 - Quiz

De presentator was behoorlijk [verrassen] door het antwoord van zijn gast.
A
verast
B
verasd
C
verrast
D
verrasd

Slide 10 - Quiz

De journalisten [vermoeden] gisteravond al dat er iets gebeurd was.
A
vermoeden
B
vermoedten
C
vermoedden

Slide 11 - Quiz

De tsunami [verwoesten] vorig jaar de dorpjes langs de kust.

Slide 12 - Open question

Damian heeft vanmorgen nog geld [pinnen] bij de bank.
A
gepind
B
gepint

Slide 13 - Quiz

Het heeft mij niet [verbazen] dat Pieter te laat kwam.

Slide 14 - Open question

Felice heeft haar abonnement op het glamourblad [verlengen].
A
verlengt
B
verlengen
C
verlengd

Slide 15 - Quiz

De snelle jongen [snowboarden] soepel de berg af toen hij zag dat hij werd gefilmd.

Slide 16 - Open question

Hoe goed beheers je de werkwoordspelling in de verleden tijd?
Heel goed
Goed
Voldoende
Matig
Onvoldoende

Slide 17 - Poll

Huiswerk
Maken

Opdracht 25 en 28
in eDition

Slide 18 - Slide