Totale kosten/ hoeveelheid = gemiddelde totale kosten (GTK)
Totale variabele kosten/ hoeveelheid = gemiddelde variabele kosten (GVK)
Totale constante kosten/ hoeveelheid = gemiddelde constante kosten (GCK)
Voorbeeld: Constante kosten € 10.000. Gemiddelde variabele kosten € 5 Hoeveelheid: 1.000