1. werden: je kunt uit de context opmaken of de betekenis van het werkwoorden worden of zullen is (4P)
2. Je kunt de rangtelwoorden toepassen (4P)
3. Je kunt de Modalverben vervoegen (4P)
4. Je kunt de Modalverben en persoonlijk voornaamwoorden
vertalen + vervoegen. (5P)
5. Je kunt 2 vragen over werkwoorden en vervoeging beantwoorden (3P)