De GVR, bundels met korte verhalen voor volwassenen
Slide 4 - Slide
Sprookjes...
Slide 5 - Slide
Sprookjes
Heb je er ooit bij stilgestaan dat het woord ‘sprookje’ voortkomt uit het woord ‘spreken’? Een sprookje is van oorsprong namelijk een volksverhaal: een verhaal dat via het gesproken woord werd verspreid. Volkssprookjes zijn anoniem en behoren tot het oudste cultuurgoed dat er bestaat. Onze westerse volkssprookjes stammen al uit de middeleeuwen en waren oorspronkelijk helemaal niet voor kinderen bestemd! Pas in de 19e eeuw werden ze voor kinderen bewerkt en uitgegeven. En goed om dus te beseffen: de Gebroeders Grimm zijn geen sprookjesschrijvers, maar sprookjesverzamelaars geweest. (Van Coillie, 2007)
Slide 6 - Slide
Sprookjes
Kenmerkend aan sprookjes is dat ze zich volledig afspelen in een fantasiewereld, waarin sprookjesfiguren zoals heksen, dwergen en sprekende dieren heel normaal zijn. Sprookjes zijn nooit gebonden aan historische gebeurtenissen (zoals sagen), gaan niet over goden (zoals mythen) en ook niet over heiligen (zoals legenden). Sprookjes hebben een vaste opbouw, bevatten beeldende taal, lopen altijd goed af voor de ‘goeden’ en houden mensen een spiegel voor. (Bruijn, 1997)
Slide 7 - Slide
Kenmerken
Sprookjes lopen altijd goed af voor de (goede) hoofdpersoon. Dat is heel geruststellend. Ook al gebeuren er nog zoveel wrede, vreselijke en griezelige dingen – uiteindelijk komt alles weer goed. Het goede overwint het kwade. Dat willen we toch allemaal?
Sprookjes bevatten veel herhaling. Dat is aantrekkelijk voor kinderen (maar blijkbaar ook nog wel voor volwassenen): de voorspelbaarheid stelt gerust en maakt dat je grip krijgt op het verhaal.
De sprookjesfiguren spreken tot de verbeelding, laten je dromen van een bijzondere wereld, ze prikkelen je fantasie!
Sprookjes spreken enorm veel emoties aan: haat, liefde, medelijden, jaloezie, angst, verdriet – allemaal emoties waar we mee moeten leren omgaan. Sprookjes beleef je bij uitstek met gevoel en niet met je verstand.
Sprookjes komen uit zeer diverse culturen en vertellen daardoor dus ook iets over de cultuur waaruit ze afkomstig zijn.
Slide 8 - Slide
Sprookjes zijn niet wat het lijkt
Hans en Grietje - worden expres in het bos achter gelaten omdat ouders geen geld hebben.
Assepoester - De stiefzussen snijden hun voet bij zodat ze in het muiltje passen.
De kleine zeemeerin - verdrinkt zichzelf omdat de prins voor iemand anders kiest.
Slide 9 - Slide
De opdracht:
Net even anders
Broers Grimm sprookjeslijst - childstories.org
https://www.childstories.org/nl/
---> Het oorspronkelijke verhaal
Kies zelf een sprookje uit en zet het in de huidige tijd. Bijvoorbeeld: Hans en Grietje gebruiken Google Maps om de weg terug te vinden en Rapunzel deelt haar locatie via Snapchat.
Slide 10 - Slide
Eisen:
jouw verhaal heeft minstens 200 woorden;
je maakt deze opdracht individueel;
jouw verhaal heeft een inleiding, middenstuk en slot;
je begint met 'Er was eens...';
je eindigt met 'En ze leefden nog lang en gelukkig.';
je mag geen ChatGPT gebruiken;
er mogen niet meer dan 5 spelfouten in zitten;
lever jouw verhaal in bij de docent (ELO, Magister).