What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
REKENEN - Startrekenen Vooraf deel A (oranje) - H3 - LES 4
Startrekenen Vooraf deel A
STARTREKENEN VOORAF deel A
les 4
boek
pen of potlood
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
This lesson contains
26 slides
, with
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Startrekenen Vooraf deel A
STARTREKENEN VOORAF deel A
les 4
boek
pen of potlood
Slide 1 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
blz. 101
opdracht 24
Slide 2 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
blz. 101
opdracht 25
Slide 3 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
blz. 102
opdracht 26
Slide 4 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
blz. 103
opdracht 27
Slide 5 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
blz. 104
opdracht 28
Slide 6 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
blz. 105
opdracht 29 a
Gerard koopt het horloge en krijgt € 15 korting.
Hoeveel moet Gerard voor het horloge betalen?
€ 39 - € 15 =
€ 24
Slide 7 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
blz. 105
opdracht 29 b
Er zijn al 14 koffiefilters gebruikt.
Hoeveel koffiefilters zitten er nog in de doos?
48 - 14 =
34
Slide 8 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
blz. 105
opdracht 29 c
Hoeveel leerlingen gingen naar het Cultuurmuseum?
89 - 37 =
52
Slide 9 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
blz. 107
opdracht 30
Slide 10 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
blz. 108
opdracht 31
Slide 11 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
blz. 108
opdracht 32
Slide 12 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
blz. 109
opdracht 33
Slide 13 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
blz. 109
opdracht 34
Slide 14 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
blz. 109
opdracht 35
Slide 15 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
blz. 110
opdracht 35
Slide 16 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
blz. 110
opdracht 36
Slide 17 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
blz. 111
opdracht 36
Slide 18 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
blz. 111
opdracht 36
Slide 19 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
NAKIJKEN opdrachten VORIGE LES
les 4
blz. 111
opdracht 37
Slide 20 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
DOEL VAN DE LES
les 4
3.3 Je kunt getallen van elkaar aftrekken met een uitkomst tot 1000.
3.4 Je kunt minsommen met de rekenmachine uitrekenen.
Slide 21 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
AFTREKKEN tot en met 1000
les 4
uitleg 14
blz. 112
Als je honderdtallen van elkaar aftrekt, zet je stappen van 100 terug.
Je begint bij 700 en je zet 3 stappen van 100 terug.
700 - 300 =
400
Slide 22 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
3.2 AFTREKKEN tot 1000
les 4
uitleg 15
blz. 114
Je kunt een minsom op papier uitrekenen met
kolomsgewijs
aftrekken
.
537 - 124 =
stap 1 schrijf de getallen in het raster
schrijf het eerste getal boven
stap 2 trek de honderdtallen van elkaar af: 500 - 100 =
400
trek de tientallen van elkaar af: 30 - 20 =
10
trek de eenheden van elkaar af: 7 - 4 = 3
stap 3 tel de antwoorden van stap 2 bij elkaar op.
Slide 23 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
3.2 AFTREKKEN tot 1000
les 4
uitleg 16
blz. 116
Je kunt een minsom op papier uitrekenen met
kolomsgewijs
aftrekken
.
562 - 327 =
stap 1 schrijf de getallen in het raster
schrijf het eerste getal boven
stap 2 trek de honderdtallen van elkaar af: 500 - 300 =
2
00
trek de tientallen van elkaar af: 60 - 20 =
40
trek de eenheden van elkaar af: 2 - 7 = 5 tekort
stap 3 tel de antwoorden van stap 2 bij elkaar op.
Let op, de tekorten moet je aftrekken.
200
+
40
- 5 =
235
Slide 24 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
3.4 AFTREKKEN met de REKENMACHINE
les 4
uitleg 17
blz. 119
Je kunt een minsommen uitrekenen met een rekenmachine.
543 - 386 =
543 - 386 = 157
Slide 25 - Slide
Startrekenen Vooraf deel A
3.2 AFTREKKEN tot 100
les 4
maken
opdracht 38
(blz. 112)
tot en met opdracht 49
(blz. 121)
Slide 26 - Slide
More lessons like this
REKENEN - Startrekenen Vooraf deel A (oranje) - H3 - LES 4
3 days ago
- Lesson with
26 slides
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
REKENEN - Startrekenen Vooraf deel A (oranje) - H3 - LES 2
3 days ago
- Lesson with
18 slides
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
REKENEN - Startrekenen Vooraf deel A (oranje) - H3 - LES 3
3 days ago
- Lesson with
29 slides
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
REKENEN - Startrekenen Vooraf deel A (oranje) - H3 - LES 2
3 days ago
- Lesson with
18 slides
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
REKENEN - Startrekenen Vooraf deel A (oranje) - H3 - LES 3
3 days ago
- Lesson with
29 slides
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
REKENEN - Startrekenen Vooraf deel A (oranje) - H3 - LES 5
3 days ago
- Lesson with
25 slides
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
REKENEN - Startrekenen Vooraf deel A (oranje) - H3 - LES 5
3 days ago
- Lesson with
25 slides
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
REKENEN - Startrekenen Vooraf deel A (oranje) - H2 - LES 4
3 days ago
- Lesson with
38 slides
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1