Denk bij het maken van je zinnen aan:
Stap 1 Voorzetsels 3, 4 of 3/4
Stap 2 Werkwoorden (hebben jullie bijna niet!)
Stap 3 a persoonsvorm
3 b onderwerp = 1. Fall Wie/Wat + alle werkwoorden
3 c lijdend vw = 4. Fall Wie/Wat + alle werkwoorden + onderwerp
3 d meew.vw = 3. Fall aan of voor wie (+ alles hierboven 3c)