What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Grootheden en eenheden les 2.1
Grootheden en eenheden
Maten en hoeveelheden
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Grootheden en eenheden
Maten en hoeveelheden
Slide 1 - Slide
99math.com
Slide 2 - Link
Doelen van de les:
Opfrissen rijtje metriek stelsel
* Afstand, gewicht en inhoud omrekenen
Aan het einde van de les kan ik:
* lengte en gewicht omrekenen naar andere eenheden
* lengte, oppervlakte, inhoud, gewicht omrekenen
Slide 3 - Slide
maten en hoeveelheden
Slide 4 - Mind map
Trap van lengtematen
stappen van 10
Slide 5 - Slide
De rolmaat geeft 4,3 decimeter (dm) aan. Hoeveel cm is dat?
Slide 6 - Open question
Een vliegtuig vliegt op 8500 meter hoogte. Op hoeveel kilometer hoogte vliegt het vliegtuig?
A
850 km
B
85 km
C
8,5 km
D
0,85 km
Slide 7 - Quiz
Trap van gewicht
Stappen van 10
Slide 8 - Slide
Wat is de overeenkomst tussen trappetje lengte en gewicht?
Slide 9 - Open question
A
8000 gram
B
800 gram
C
80 gram
D
8 gram
Slide 10 - Quiz
Lengte/gewicht/inhoud
Het trappetje
kun je in alle gevallen
toepassen....
Slide 11 - Slide
Inhoud (3x lengte maat of inhoudsmaat)
Slide 12 - Slide
De eenheid van inhoud is.....
A
m
B
m2
C
kubieke
D
mm
Slide 13 - Quiz
Hoeveel milliliter zit er in dit pak?
A
240 ml
B
2.400 ml
C
24.000ml
D
240.000 ml
Slide 14 - Quiz
Wat is de inhoud
in cm3?
A
19
B
58
C
54
D
216
Slide 15 - Quiz
Opdracht 5
Lynn vult een opblaasbaar zwembad met 0,1 m3 water.
Ze gebruikt hiervoor emmers gevuld met 15 l water
Hoeveel emmers met water heeft ze nodig om het opblaasbare zwembad te vullen?
Slide 16 - Slide
5. Hoeveel emmers met water heeft ze nodig om het opblaasbare zwembad te vullen? Vul alleen het getal in.
Slide 17 - Open question
Uitleg opdracht 5
Lynn doet 0,1 m3 water in het zwembad.
De inhoud van een emmer is gegeven in liter, dus je rekent om naar liter: 0,1 m3 = 100 dm3 = 100 l
In 1 emmer zit 15 l water. Je rekent uit hoeveel emmers je nodig hebt: 100 l : 15 l ≈ 6,667
6 emmers zijn niet genoeg, dus Lynn heeft 7 emmers nodig.
Lynn heeft 7 emmers nodig om het opblaasbare zwembad te vullen.
Slide 18 - Slide
Aan de slag
Maak de opdrachten en lestoetsen op niveau 4
Domein 4 (2D 3D), par. 4.4 en 4.5 (lengte en gewicht)
LEES GOED, neem de tijd om zorgvuldig te rekenen
Slide 19 - Slide
More lessons like this
Grootheden en eenheden les 2.1
September 2024
- Lesson with
21 slides
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
CONCEPT Verbanden - Toegepast rekenen - Oefening voor examen 3F
January 2024
- Lesson with
44 slides
Rekenen
MBO
Studiejaar 2
Meten en Meetkunde - Toegepast rekenen - Oefening voor examen 3F
January 2024
- Lesson with
51 slides
Rekenen
MBO
Studiejaar 2
Rekenen klas 2 Eenheden van inhoud
January 2023
- Lesson with
19 slides
Rekenen
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Inhoud
September 2020
- Lesson with
14 slides
by
Numo
Wiskunde
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Numo
QUIZ eenheden van inhoud en gewicht
April 2024
- Lesson with
20 slides
Rekenen
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
Meten
April 2018
- Lesson with
42 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 1
Het begrijpen van Volume en Inhoud met praktische voorbeelden
September 2023
- Lesson with
23 slides
Labrekenen
MBO
Middelbare school
Studiejaar 1