klas 2HV - bij Hfd. 2 - Uitleg 2 Vraagzinnen zonder en met vraagwoorden deel 2

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Vraagzinnen zonder en met
vraagwoorden

deel 2

Maak vragend op 3 manieren: 

Zij is moe.                      =     Elle est fatiguée.

Is zij moe?                     =  1) Elle est fatiguée ? 
                                           =  2) Est-ce qu'elle est fatiguée ? 
                                           =  3) Est-elle fatiguée ? 

Maak vragend op 3 manieren: 

 Vraagzinnen met vraagwoord               

Waarom is zij moe?   =  1) Elle est fatiguée pourquoi ?

                                           =  2) Pourquoi est-ce qu'elle est fatiguée ?
                                           =  3) Pourquoi est-elle fatiguée ?

Vraag ZONDER vraagwoord - Welke is FOUT?
Heet jij Chris? =...............

1. Tu t'appelles Chris?
2. Tu Chris t'appelles?
3. Est-ce que tu t'appelles Chris?

Vraag MET vraagwoord - Welke is FOUT?
Hoe heet jij ? =...............

1. Tu t'appelles comment?
2. Comment est-ce que tu t'appelles?
3. Tu comment t'appelles?

Vraag ZONDER vraagwoord - Welke is FOUT?
Woont zij in Roden ? =...............

1. Elle habite à Roden?
2. Est-ce que elle habite à Roden?
3. Est-ce qu'elle habite à Roden?

Vraag MET vraagwoord - Welke is FOUT?
Waar woont zij ? =...............

1. Elle habite où?
2. Où elle habite?
3. Où est-ce qu'elle habite?

Vraag ZONDER vraagwoord - Welke is FOUT?
Eten jullie frietjes ? =...............

1. Vous mangez des frites?
2. Vous mangez des fruits?
3. Est-ce que vous mangez des frites?

Vraag MET vraagwoord - Welke is FOUT?
Wanneer eten jullie frietjes ? =...............

1. Vous mangez des frites quand?
2. Quand est-ce que vous mangez des frites?
3. Quand vous mangez des frites?

DUS: Een vraag ZONDER vraagwoord is ... (er zijn 2 goede antwoorden - kies hier het foute antwoord!)

1. Basiszin + .
2. Basiszin + ?
3. Est-ce qu(e)(') + basiszin + ?

DUS: Een vraag MET vraagwoord is... ( er zijn 2 goede antwoorden - kies hier het foute)

2. Basiszin + vraagwoord + ?
3. Vraagwoord + basiszin + ?
4. Vraagwoord + est-ce qu(e)(') + basiszin + ?