Vragen zonder & met vraagwoord:
Zin: Jij bent ziek. + vraagwoord in t NLs: Waarom ben jij ziek?
1. Jij bent ziek ? 1. Jij bent ziek pourquoi ?
2. Est-ce que jij bent ziek ? 2. Pourquoi est-ce que jij bent ziek ?
3. Ben-jij ziek ? 3. Pourquoi ben-jij ziek?