Blok 5 - Grammatica - les maandag 17 mei 2B

Blok 5 - Grammatica, blz 216 -220
Zinsdelen 
Wel of geen lijdend voorwerp?
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, tLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Blok 5 - Grammatica, blz 216 -220
Zinsdelen 
Wel of geen lijdend voorwerp?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Korte terugblik
herhaling zinsdelen 
Wel of geen lijdend voorwerp?
Wanneer?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

           Wel of geen lijdend voorwerp?
5.5
Soms lijkt een zinsdeel dus een lijdend voorwerp, maar is dat het niet. 

Op deze twee manieren kun je zien dat een zin geen lijdend voorwerp heeft:
  1. Als de basiszin uit twee delen bestaat;
  2. Als je geen antwoord kunt geven op de vraag Wie/wat? + wwg + ond?
Zinsdelen die hoeveelheden (maten, gewichten, afstanden) aangeven, zijn nooit een lijdend voorwerp.

Slide 3 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

wH
Nakijken huiswerk: opdracht 11, blz. 218
kopen
pakken
vieren
voeren
maaien
eten
Opdracht 11. Huiswerk nakijken - maak zinnen met de werkwoorden waarin een ond + lv voorkomen
 Welke zinnen heb je gemaakt?

Slide 4 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Voorzetsels
Wat zijn voorzetsels?? 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Uitleg
  • voorzetsels zijn woorden die een plaats, tijd of richting aangeven 
  • Voorbeelden:   op, in, naast, voor, achter na, bij, tijdens enz.

  • voorzetsels zijn woorden die voor een lidwoord + zelfst.naamwoord kunnen staan:
                 op  de tafel -> maar op tafel mag ook!
 uit school, tijdens het diner

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

schrijf een zin op met daarin twee voorzetsels!

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

Vul de lege plekken in:
Ik ben....bezoek.....mijn oom....Friesland

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Vul de lege plekken in:
Mijn oom woont...een huis.....een hele grote tuin

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

           Grammatica - zelfstandig werken 
5
Lees
5.6
Maak
Opdracht 13 t/m opdracht 16
Blz.
218 t/m 220
Tijd
eerst 5 min zelf, daarna hulp docent
Klaar
bespreken klassikaal opdracht 13 
timer
20:00

Slide 11 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

           Grammatica - huiswerk
5
Lees
5.6
Maak
Opdracht 13 t/m opdracht 16
Blz.
218 t/m 220

Slide 12 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

je herkent nu de voorzetsels!
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

This item has no instructions