Examentraining CE

Welkom!
Herhaling: hoofd- en bijzaken, kernzinnen, tekstverbanden
(voorbereiding op het CE)



1 / 16
next
Slide 1: Slide
NedMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Herhaling: hoofd- en bijzaken, kernzinnen, tekstverbanden
(voorbereiding op het CE)



Slide 1 - Slide

Teksten
Elke geschreven of gesproken tekst gaat ergens over, dat is het onderwerp
Een kernzin is de belangrijkste zin in een alinea, je vindt deze meestal aan het begin of einde van de alinea.
Een tekst heeft ook een doel: informeren, overtuigen, instrueren, activeren of amuseren. 
Verbanden worden aangegeven met signaalwoorden.

Slide 2 - Slide

Voorbeeld kernzin
....heb ik een laptop bij u besteld. Dat is nu vijf maanden geleden en ik heb nog niets ontvangen. Ook reageert u niet op mijn telefoontjes en e-mails. Daarom annuleer ik mijn bestelling.

Doel van de schrijver?

Slide 3 - Slide

Hoofdzaken
Niet alle informatie is even belangrijk om dat doel te bereiken. Sommige informatie kun je weglaten. Informatie die echt belangrijk voor het tekstdoel is, noem je hoofdzaken
Zonder deze informatie kun je de tekst niet begrijpen. 
WWWWH-vragen worden beantwoord.

Slide 4 - Slide

Wanneer is iets een hoofdzaak?
A
Als je de tekst ook kunt begrijpen zonder deze informatie.
B
Als je de informatie nodig hebt om de tekst te begrijpen.
C
Als je de tekst alleen interessant vindt door deze informatie.

Slide 5 - Quiz

Bijzaken
Naast hoofdzaken bevat een tekst ook vaak bijzaken. Een tekst bereikt zijn doel niet zonder de hoofdzaken, maar kan zijn doel wel bereiken zonder de bijzaken

Voorbeelden en extra uitleg zijn bijzaken. Ze maken de tekst helderder of leuker. Bijzaken kun je weglaten.

Slide 6 - Slide

Wat is uit de onderstaande tekst de hoofdzaak?

Ik ben vandaag later in de les, want ik moet eerst naar
de tandarts.
timer
0:20

Slide 7 - Open question

Een hoofdzaak is vaak een voorbeeld
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Je vindt hoofdzaken meestal aan het begin of aan het eind van een tekst.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Een tekst beantwoordt wie-, wat-, waar-, wanneer- en hoe-vragen over het onderwerp. Hoofdzaken geven antwoord op één van die vragen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Wat is de bijzaak?

Verschillende automerken, zoals Fiat, Audi en BMW,
hebben elektrische auto's.
timer
0:20

Slide 11 - Open question

Onderwerp van een tekst
  • Beschrijft in één woord of in enkele woorden waarover een tekst gaat.

Slide 12 - Slide

Hoofdgedachte van de tekst
  • Wat zegt de schrijver over het onderwerp? 
  • Bekijk de titel.
  • Lees de eerste alinea.
  • Lees de kernzinnen van de alinea's.
  • Lees het slot.

Slide 13 - Slide

Signaalwoorden
  • Het is handig om de signaalwoorden uit je hoofd te leren.
  • Je herkent dan de verbanden van de tekst.

Slide 14 - Slide

Signaalwoorden

Slide 15 - Slide

Maken 
Examentrainingen CE
Het centraal examen Lezen, Kijken-luisteren
Opgave D (lezen) en E (luisteren)


Slide 16 - Slide