Le présent du verbe oublier
stam oubli
je stam+ e-> je oublie etc.
le passé composé du verbe oublier
je hebt een hulpwerkwoord nodig in de présent-> avoir
J'ai
van oublier haal je de r weg en zet een tréma op de e-> é
j'ai oublié
*let op vertaling: ik heb vergeten en ik ben vergeten zijn beide goed.