Grammar irregular verbs

Welcome everyone
Get ready please (book, Ipad, pen)
- I'm making a round. Tell me what you did last time (repeat / new grammar)
timer
4:00
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welcome everyone
Get ready please (book, Ipad, pen)
- I'm making a round. Tell me what you did last time (repeat / new grammar)
timer
4:00

Slide 1 - Slide

Today:
We have a lot to do! (Also, I want to play a game)

- Herhaling
- Nieuwe kennis 
- oefenen

Slide 2 - Slide

Today = past simple + negation
Past simple = verleden tijd 
In NL: Ik dans, gisteren ______ ik
            Wij leren, gisteren ______ wij
+ te(n) / de(n)

En soms 'sterk' werkwoord.
vandaag zoek ik, gister ______ ik.  (worden, zitten, rijden)

Slide 3 - Slide

Today = past simple + negation
But now in English: 
Most verbs are like this: 
Today I walk, yesterday I _________
Today I listen, yesterday I __________

But sometimes: Today I go, yesterday I _______
(also: drive, sit, swim, forget, etc. )

Slide 4 - Slide

Regular
Irregular
to sit
to walk
to see
to watch
to dance
to visit
to leave
to love
to have
to break
to talk
to call

Slide 5 - Drag question

Nieuwe kennis: 
Keuze: Meedoen met uitleg + voorbeelden  of: 
Ik ben wel goed in Engels, ik red me wel. Let op! Je mag geen vragen stellen tijdens mijn uitleg. Dat onderbreekt de anderen. 

Basis: p. 64, opdracht 55, 56, 57, 58A + stencil
Kader: p. 64, opdracht 56, 57, 58(a+b) + stencil
*Bij opdracht 57 (Kader) -> Lange vraagzinnen. 

Slide 6 - Slide

Hoe maak je vragen?
In Nederlands = werkwoord vooraan. 

Ik liep naar school. --> ? 
Ik zag een vogel. --> ?

Slide 7 - Slide

Hoe maak je vragen, Engels
In het Engels mag je woorden niet zomaar vooraan zetten. Je voegt een vraagwoord toe: 

Did you walk to school? 
Did you see that movie? 

Slide 8 - Slide

Hoe maak je vragen, Engels
Did you walk to school? 
Did you see that movie? 

Let op het tweede werkwoord. Die heeft nu geen verleden tijd meer. 

Slide 9 - Slide

Uitzondering:
Staat er 'was/were' in de zin? Of could/should?
Die mag je wel gewoon vooraan zetten!
Were you late for class? 
Was Sam impressed with your skills?
Could Freddy come to the party?

Slide 10 - Slide

Voorbeelden + opdrachten
Basis: p. 64, opdracht 56, 57, 58A + stencil
Kader: p. 64, opdracht 57, 58(a+b) + stencil


Slide 11 - Slide

My sister finally ______ (to find) her keys yesterday.

Slide 12 - Open question

Micheal _______ (to be) on holiday to France, but he's back now.

Slide 13 - Open question

You ________ (to bake) amazing cookies last week.

Slide 14 - Open question

Francine and Mandy _______ (to see) a turtle when they were on holiday.

Slide 15 - Open question