220922 1D Zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

1D: Zelfst. ww en hww

WAT GAAN WE DOEN?

• Boek lezen
• Grammatica p.214-215
• Maken bezig met folder

LESDOEL

Aan het einde van de les kun je:

• onderscheid maken tussen zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden. 
  

VOLGORDE LES VANDAAG

• Lestijd 7e uur: 14:20 - 15:10
• 14:20 - 14:25 Welkom
• 14:25 - 14:35 Lezen in leesboek
• 14:35 - 14:40 Woordenschrift
• 14:40 - 14:50 Uitleg
• 14.50 - 15.05 Maken opdrachten 
• 11:05 - 11:10 Afsluiting les + Plenda

LEZEN IN JE LEESBOEK

WOORDENSCHRIFT

ZELFSTANDIG WERKWOORD EN HULPWERKWOORD

• Filmpje Nieuw Nederlands
• Theorie op pagina 214

Zelfstandig werkwoord

• Geeft aan wat het onderwerp 'doet'.
• Er zit altijd maar één zelfstandig werkwoord in een zin.
• Is het belangrijkste werkwoord van een zin. 
• Je kunt het niet weglaten in de zin.
• Eén werkwoord in de zin? Dan is dat altijd het zww.

Ik loop naar school.

Ik ben naar school gelopen.

Hulpwerkwoord

• Helpt het zelfstandig werkwoord in de zin.
• Er kunnen meerdere hulpwerkwoorden in een zin zitten.
• Meer dan één werkwoord in de zin? Dan is de pv hulpwerkwoord.
• Je kunt hulpwerkwoorden uit de zin weglaten (en dan kun je de zin nog begrijpen).

OPDRACHT 5 p. 215

1. Maak opdracht 5 met z'n tweeën  (3 min)
2. Benoem de woordsoorten
   
3. Klassikaal nakijken

Opdracht 5: De vissen

De (blw) vissen in de oceaan

van Afrika (zn) tot Polen

zijn graag gezellig bij elkaar

in hele grote (bn) scholen.

Opdracht 5: De vissen

En op zo’n school wordt (hww) nooit geplaagd (zww),

er zijn geen vechtpartijen (zn),

geen hard (bn) gescheld of grof geweld,

geen kleine pesterijen (zn).

Opdracht 5: De vissen

Geen vis die ooit een (olw) andere vis

zal (hww) slaan of lastigvallen.

Op deze school wordt niet gepest (zww):

dat doen (zww) alleen de kwallen (zn).

OPDRACHT 6 p. 215

1. Maak opdracht 6 met z'n tweeën  (3 min)
2. Benoem de woordsoorten
   
3. Klassikaal nakijken

Opdracht 6

1 Het merk (zn) Puma kunnen (hww) we herkennen aan een (olw) springende poema.

Opdracht 6

2 Draagt jouw broer (zn) nog altijd dat oude (bn), leren (st.bn) jasje?

Opdracht 6

3 Leonardo (zn-e) da Vinci verbaast (zww) ons nog altijd met zijn uitvindingen.

Opdracht 6

4 Ibrahim uit onze klas zal altijd kiezen (zww) voor een spannend (bn) boek.

Opdracht 6

5 In het verleden (zn) werd Sev vaak geplaagd (zww) door zijn oudste zus.

Opdracht 6

6 De goedgemutste (bn) ober schonk hun een extra groot (bn) glas cola in.

AAN DE SLAG

Maken: bezig met folder en aanvullen woordenschrift.

Dit doe je voor jezelf en dus stil. 

EVEN HERHALEN

Lesdoel: Aan het einde van de les kun je onderscheid maken tussen zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden. 

HUISWERK

Maken: bezig met de folder.

Woordenschrift elke donderdag!