Een voorbeeld van een wederkerend werkwoord is: Il se trompe. = Hij vergist zich.
Dit is een vorm van het wederkerend werkwoord se tromper (= zich vergissen). Bij een wederkerend werkwoord horen de wederkerende voornaamwoorden me, te, se, nous, vous, se.
Let op! Werk je in de passé composé?
Dan gebruik je être als hulpwerkwoord.
( gebruik dus een accord) (straks meer)
je
me trompe = ik vergis me
tu te trompes = jij vergist je
il se trompe = hij vergist zich
elle se trompe = zij vergist zich
on se trompe = men vergist zich; wij vergissen ons
nous nous trompons = wij vergissen ons
vous vous trompez = jullie vergissen jullie; u vergist zich
ils se trompent = zij vergissen zich
elles se trompent = zij vergissen zich