herhaling Erfelijkheid en evolutie

Erfelijkheid en evolutie
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Erfelijkheid en evolutie

Slide 1 - Slide

Een cel van een bepaald dier heeft 38 chromosomen is het een lichaamscel of een geslachtscel? Leg uit.

Slide 2 - Open question

Hoeveel chromosomen per
lichaamscel / geslachtscel?
lichaamscel
geslachtscel
Vlieg
12
6
Ui
16
8
Tomaat
24
12
Kat
38
19
Mens
46
23
Chimpansee
48
24

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat is het genotype?
A
Alle eigenschappen
B
Je innerlijk
C
Alle erfelijke eigenschappen
D
Je uiterlijk

Slide 5 - Quiz

Is het genotype van de larve hetzelfde als het genotype van het volwassen dier?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Hebben al jouw cellen hetzelfde genotype of hebben ze een ander genotype?
A
Hetzelfde genotype
B
Verschillende genotypen

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Een mens heeft 46 chromosomen. Hoeveel chromosomen heb je van je moeder?
A
46
B
23
C
22
D
45

Slide 9 - Quiz

Vader met 46 chromosomen
Moeder met 46 chromosomen
Hoe krijg jij 46 chromosomen?

A
23 van vader en 23 van moeder
B
Elke keer anders, als het er maar 46 zijn
C
46 van moeder
D
46 van vader

Slide 10 - Quiz

Het X-chromosoom en Y-chromosoom zijn
A
Geslachtschromosomen
B
Geslachtscellen

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Wat is een gen?
A
De informatie voor alle erfelijke eigenschappen
B
Alle zichtbare eigenschappen
C
Een deel van een chromosoom met informatie voor één eigenschap.
D
Een chromosoom in de celkern met erfelijke informatie.

Slide 13 - Quiz

Bevat een chromosoom maar één gen of meerdere genen?
A
Maar één gen per chromosoom
B
Meerdere genen per chromosoom
C
Tussen 3 en 4

Slide 14 - Quiz

Variatie genen
  • In geslachtscellen geen paren. 
  • 1 chromosoom per paar doorgegeven.
  • Meiose: celdeling van geslachtscellen waarbij chromosomen verdeeld worden. 

Slide 15 - Slide

Variatie
  • Er zijn oneindig veel mogelijke combinaties van genen in iedere geslachtscel. 
  • Veel variaties tussen individuen bij geslachtelijke voortplanting
  • Jouw genotype is uniek!
Cel en DN

Slide 16 - Slide

Dominante en recessieve genen
Dominant gen: een gen dat een ander gen overheerst

Recessief gen: een gen dat onderdrukt wordt door andere genen

Slide 17 - Slide

5

Slide 18 - Video

00:32
Waardoor werd Charles Darwin bekend?
A
Hij ontdekte Zuid Amerika
B
Hij heeft DNA ontdekt
C
Hij bedacht de evolutietheorie
D
Hij was een christen die mensen bekeerde tot het geloof in God

Slide 19 - Quiz

02:51
Wat bedoelt Darwin met de uitspraak
"survival of the fitest"
A
degene die het best is aangepast overleeft
B
de sterkste overleefd
C
de slimste overleeft
D
degene met de beste camouflage overleeft

Slide 20 - Quiz

05:20
Hoe ontstaan nieuwe soorten op aarde?
A
doordat sommige soorten uitsterven
B
doordat dieren zich aanpassen
C
Antwoord A en B zijn beide goed
D
geen van beide antwoorden zijn goed.

Slide 21 - Quiz

05:58
Wat betekent natuurlijke selectie?
A
organismen die het best zijn aangepast planten zich voort
B
organismen die het best zijn aangepast overleven
C
antwoord A en B zijn beide juist
D
antwoord A en B zijn beide onjuist

Slide 22 - Quiz

05:58

Slide 23 - Interactive video

hoe oud (in jaren) denk jij dat het leven op aarde is?

Slide 24 - Mind map

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Slide 28 - Link