This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
D2BTh6 B3
Geslachtelijke voortplanting
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a.
Slide 1 - Slide
Oefenvragen.... wat weet je (niet)?
Als je fouten maakt, het niet snapt:
STEL VRAGEN
NOTEER IN JE SCHRIFT DE VRAAG EN HET JUISTE ANTWOORD
Je hebt er helemaal niets aan om de vragen
'even snel' te maken ... als jij er niet over nadenkt:
Slide 2 - Slide
Mathilde laat een permanentje zetten bij de kapper. Verandert hierdoor haar genotype en haar fenotype?
A
genotype wel
fenotype niet
B
genotype niet
fenotype wel
C
genotype niet
fenotype niet
D
genotype wel
fenotype wel
Slide 3 - Quiz
Het genotype van een organisme komt tot stand op het moment van .......................
A
innesteling
B
dat de eicel die de zaadcel binnendringt
C
bevruchting
D
de invloed van het milieu
Slide 4 - Quiz
Op een chromsoom van een zaadcel ligt de informatie van de oogkleur en de lichaamsbouw. In welke van onderstaand weefsel zullen we later bij het kind deze informatie NIET terugvinden?
A
huidcel
B
de eicel
C
darmcel
D
levercel
Slide 5 - Quiz
Vanaf welk moment staat je genotype vast?
A
vanaf de geboorte
B
vanaf de bevruchting
C
komt nooit echt tot stand want het verandert steeds
D
vanaf ongeveer de puberteit o.i.v. de hormonen
Slide 6 - Quiz
Bij een individu dat heterozygoot voor een eigenschap is de Dominante eigenschap te zien in het fenotype
A
Waar
B
Nietwaar
Slide 7 - Quiz
Bij een kikker bevatten bepaalde cellen per kern in totaal 13 chromosomen.
Zijn deze cellen geslachtscellen of lichaamscellen?
In lichaamscellen komen chromosomen in paren voor.
Altijd een even aantal.
A
geslachtscellen
B
lichaamscellen
C
kun je niet weten
D
dat kan beide zijn
Slide 8 - Quiz
Dave zegt: De informatie van een genenpaar is altijd gelijk
Jarco zegt: De geslachtscellen van een vrouw hebben allemaal hetzelfde genotype
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
Dave : waar
Jarco: nietwaar
D
Dave: nietwaar
Jarco: waar
Slide 9 - Quiz
Fons zegt: Twee-eiige tweelingen hebben allebei hetzelfde genotype
Maarten zegt: Een-eiige tweelingen hebben allebei hetzelfde fenotype
A
Beide waar
B
Beide nietwaar
C
Fons: waar
Maarten: nietwaar
D
Fons: nietwaar
Maarten: waar
Slide 10 - Quiz
Merle zegt: Op elk chromosoom ligt 1 gen
Sencer zegt: Chromosomen komen in lichaamscellen in paren voor
A
Beide waar
B
Beide nietwaar
C
Merle waar
D
Sencer waar
Slide 11 - Quiz
Kijk naar de afbeelding! Een tweeling. Wat is waar?
A
één-eiïge tweeling
hetzelfde genotype
B
een eiïge tweeling
verschillend genotype
C
twee-eiïge tweeling
hetzelfde genotype
D
twee-eiïge tweeling
verschillend genotype
Slide 12 - Quiz
Lichaamscel en
alleen een zaadcel en eicel
Kies het best antwoord
alleen een
Lichaamscel
Alleen
een eicel
Alleen
een zaadcel
In een organisme komen
24 chromosomen voor.
Wat voor soort cel kan dit zijn?
Verplaats dit vakje naar het juiste antwoord
Slide 13 - Drag question
Zet in de juiste volgorde van klein naar groot:
A
cel - chromosoom - DNA - gen
B
gen - chromosoom - DNA - cel
C
gen - chromosoom -cel - DNA
D
gen - DNA - chromosoom - cel
Slide 14 - Quiz
Menno zegt: De celkern van een levercel bevat de complete informatie voor al je erfelijke eigenschappen.
Annie zegt: Een gen bevat de informatie voor meerdere erfelijke eigenschappen.