meten: snelheid

wiskunde

Lesdoel

Terugblik

Uitleg snelheid

Oefeningen snelheid

Werken aan opdrachten

1 / 12
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

wiskunde

Lesdoel

Terugblik

Uitleg snelheid

Oefeningen snelheid

Werken aan opdrachten

Slide 1 - Slide

Lesdoel

Aan het eind van deze les:

- Kun je uitleggen wat eenheden van snelheid zijn

- Kun je omrekenen van km/u naar m/s

- Kun je omrekenen van m/s naar km/u

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

We gaan nu samen de theorie doornemen op blz 108

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

De snelheid van een auto is 108 km/h.
Hoe groot is de snelheid in m/s?
A
108 x 3,6 = 389 m/s
B
108 : 10 = 10,8 m/s
C
108 : 3,6 = 30 m/s

Slide 6 - Quiz

Een skispringer bereikt aan het eind van de aanloophelling een snelheid van 94,3 km/uur.

Opgave 12:
Bereken zijn snelheid in meter per seconde op dat moment.

A
26,2 m/s
B
339,49 m/s
C
2,6 m/s
D
1571,7 m/s

Slide 7 - Quiz

Reken de duur (tijd) van de fietstocht uit:

Fietsroute: 24 kilometer lang
Gemiddelde snelheid: 12 kilometer per uur

A
2 uur
B
20 minuten
C
3 uur
D
30 minuten

Slide 8 - Quiz

Je rekent uit hoe snel je van school naar huis fietst. Je komt uit op een snelheid van 5 m/s. Hoeveel km/h is dit?
A
5 x 3,6 = 18 km/h
B
5 : 10 = 0,5 km/h
C
5 : 3,6 = 1,4 km/h

Slide 9 - Quiz


Wat is snelheid?
A
De afstand die je aflegt in een uur
B
De afstand die je aflegt in een bepaalde tijd
C
De tijd die je nodig hebt om een kilometer af te leggen
D
De tijd die je nodig hebt om een meter af te leggen

Slide 10 - Quiz

Werk aan opdrachten in de les

opdrachten 71 t/m 75

Ben je klaar? Kijk de opdrachten na.

Klaar met nakijken? Werk aan opdrachten

 E1 en E2.

Slide 11 - Slide

Lesdoel behaald?
Hoe reken je van km/u om naar m/s?
A
x 3,6
B
: 3,6
C
+ 3,6
D
- 3,6

Slide 12 - Quiz