This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Herhaling Hoofdstuk 3
De Romeinen
Paragraaf 1 t/m 5
Slide 1 - Slide
Waar liggen de steden?
Rome
Maastricht
Constantinopel
Slide 2 - Drag question
Waar of niet waar: Rome werd gesticht door Romulus
Niet waar
Slide 3 - Poll
Wie was Tarquinius Superbus en wat is er met hem gebeurd?
Slide 4 - Mind map
Zet de bestuursvormen van het Romeinse Rijk in de juiste volgorde.
1
2
3
4
dictator
keizerrijk
koninkrijk
republiek
Slide 5 - Drag question
Slide 6 - Slide
Welke Griekse invloeden herken je?
Slide 7 - Mind map
Slide 8 - Slide
Welk deel van de stad Rome is hier afgebeeld?
Slide 9 - Mind map
Zet in de goede tijdsvolgorde van boven naar beneden.
Julius Caesar wordt benoemd tot dictator
Octavianus wint de burgeroorlog
Het Romeinse Rijk is een Republiek
Het Romeinse Rijk wordt een keizerrijk
Slide 10 - Drag question
Hoe is Julius Caesar vermoord?
Slide 11 - Mind map
Wie was de eerste keizer van het Romeinse Rijk?
A
Julius Caesar
B
Marcus Aurelius
C
Augustus
D
Nero
Slide 12 - Quiz
Wat was de Pax Romana?
Slide 13 - Mind map
Sleep de woorden naar de goede plek in de tekst hier onder:
Het Romeinse Rijk was tot 500 v. Chr. een [...1...]. Daarna werd het een [...2...] en tenslotte een [...3...]. Het Romeinse Rijk is nooit een [...4...] geweest.
Koninkrijk
Democratie
Keizerrijk
Republiek
Slide 14 - Drag question
Het Romeinse rijk
Stukken van Nederland en Duitsland
Engeland
Frankrijk
Rome en Italië
Noord Afrika
Spanje
Egypte
Griekenland
Turkije
Slide 15 - Drag question
Wat is romanisering?
Slide 16 - Mind map
Maak de juiste combinaties.
senaat
limes
consul
Germanen
Augustus
Volk ten noorden van de Romeinse limes.
Leider van het Romeinse rijk.
Grens van het Romeinse Rijk.
Romeinse keizer.
Hier werden belangrijke beslissingen genomen in het Romeinse Rijk.
Slide 17 - Drag question
Het hele rode gebied is het Romeinse Rijk. Klik op de prikkers en zet ze op juiste plek op de kaart
Germania Inferior: dat in nu wat Nederland en België is.
Germania Superior: dat in nu wat Duitsland is. Dit hoorde voor het grootste deel niet bij het Romeinse Rijk
Gallië : dat in nu wat Frankrijk is.
Aegypti : dat in nu wat Egypte is.
Slide 18 - Drag question
Jezus van Nazareth preekt over zijn ideeën van het geloof.
Nero laat christenen doden
Keizer Constantijn bekeert zich tot het christendom
Het christendom wordt de staatsgodsdienst in het Romeinse rijk
Het jodendom was de enige monotheïstische godsdienst in het Romeinse rijk.
Slide 19 - Drag question
Wat is het gevolg van dat Keizer Constantijn die droom krijgt.
A
Hij wordt Christen
B
Hij staat het christendom toe
C
Hij vermoord christenen .
D
.
HIj is geen keizer meer
Slide 20 - Quiz
West-Romeinse rijk
Oost-Romeinse rijk
Goed te verdedigen
Slecht te verdedigen
Rijk
(welvarend)
Arm
Hoofdstad
Rome
Hoofdstad
Constantinopel
Einde 476
Einde 1453
Slide 21 - Drag question
Primaire bronnen
Secundaire bronnen
Je maakt een werkstuk over de Romeinen.
Voor je informatie gebruik je veel verschillende bronnen.
Welke zijn primaire en welke secundaire bronnen?
Sleep de bronnen naar de juiste kolom
Slide 22 - Drag question
Slide 23 - Video
Hoe heet de laatste keizer van het Romeinse Rijk?
Slide 24 - Open question
Oorzaken
De val van het Romeinse rijk had verschillende oorzaken en gevolgen. Sleep de oorzaken en gevolgen bij elkaar.
Gevolgen
Oorzaken
Gevolgen
Romeinse wegen verdwijnen
Volksverhuizingen
Epidemieën
Corruptie
Steden verdwijnen
Weinig internationale handel
Deling van het Romeinse rijk
Minder geschreven bronnen
Slide 25 - Drag question
Sleepvraag: de problemen van het West-Romeinse Rijk (sleep de afbeeldingen naar de tekstvakken)
De belastingen waren torenhoog
Er kwam steeds vaker ruzie over de opvolging van de keizer
De Germaanse volken vielen via ´volksverhuizingen´ het Romeinse Rijk binnen