Oefenen unit 4

• Engels
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

Oefenen unit 4

12th of June 

Today

This quiz is to practice with the words and grammar

Part 1: was & were

Verleden tijd vorm van zijn

was = I, he, she, it

were = you, we, they

Vul in was of were:
Yesterday _____ a great day.

Vul in was of were:
John and Jackie _____ at a party last week.

Vul in was of were:
John Huges _____ in Bristol yesterday.

Vul in was of were:
When I _____ in Spain, I ate a lot of food.

Part 2: past simple

Iets wat in het verleden is gebeurd. 

Hoe maak je het? werkwoord + ed

Eindigt het woord op -y, dan wordt het -ied

Hoe maak je de past simple?
Werkwoord + ?

Vul de juiste vorm van past simple in:
I ____ (happen) to be in Nijmegen.

Vul de juiste vorm van past simple in:
We _____ (study) a lot last night.

Vul de juiste vorm van past simple in:
He ___ (work) at school.

Part 3 word order

Engelse zinnen hebben een bepaalde volgorde. 

Wie - doet - wat - waar - wanneer

Plaats komt dus voor tijd

Zet de woorden op volgorde:
She lived ...

1. in Germany in 1992
2. in 1992 in Germany

Zet de woorden op volgorde:
Trevor and Lucy will be

1. at the Lewis sports centre this Saturday.
2. this Saturday at the Lewis sports centre.

Zet de woorden op volgorde:
I want to learn Spanish...

1. this summer in Spain
2. in Spain this summer

Zet de woorden op volgorde:
The pizza was

1. when we last checked in the fridge.
2. in the fridge when we last checked.

Zet de woorden op volgorde:
We buy fresh bread...

1. every morning at the local bakery
2. at the local bakery every morning.