Wildopvang Pathologie les 4 2425

EHBD in de wildopvang
1 / 23
next
Slide 1: Slide
DierverzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

EHBD in de wildopvang

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kan de student…
  • De basisbeginselen van EHBD benoemen
  • De verschillende methoden om lichaamscontroles uit te voeren bij het dier benoemen en beschrijven
  • Uitleggen welke methoden in wildopvangcentra gebruikt worden om ziekte te herkennen en voorkomen

Slide 2 - Slide

Check in

Weet jij wat te doen als je een ziek of gewond dier tegenkomt?
A
B
C

Slide 3 - Quiz

Doel EHBD
  • Redden van het leven van een dier
  • Lijden van een dier verlichten
  • Verergering van klachten voorkomen
  • Herstel van het dier bevorderen

Slide 4 - Slide

Regels EHBD
  • Blijf kalm, let op gevaar voor jezelf, omgeving en dier
  • Ga na wat het dier mankeert (SPAR)
  • Behandelplan opstellen (CRASH) 


Slide 5 - Slide

Waar staan de letters SPAR voor volgens jou?

Slide 6 - Mind map

Slijmvliezen
Slijmvliezen controleren:
  • Waar controleren?
  • Kleur
  • Vochtigheid
  • Laesies/ bloedingen
  • CRT

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Pols
Waar opnemen?
KRESS:
  • Kracht (Is de hartslag krachtig?)
  • Regelmaat (Is de hartslag regelmatig, zit er telkens een gelijk aantal seconden tussen de hartslagen?)
  • Equaal (Is elke hartslag precies even krachtig?)
  • Symmetrie (Is de kracht, regelmaat én de equaliteit bij links en rechts gelijk?)
  • Synchroon (Is er vóór de polsslag een hartslag aanwezig?)

Slide 9 - Slide

Ademhaling
Hoe controleren?
Ademhalingstypen
  • Borst
  • Buik
  • Borst-buik
  • Pendelend

Opletten op neusvleugels, anusknijpen en afwijkende bijgeluiden.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Reflexen
Wat zijn reflexen?
Welke reflexen?
  • pupil reflex
  • ooglidreflex
  • anusreflex
  • terugtrek reflex

Uitkomst SPAR onderzoek bepaalt welke behandeling je gaat geven en of er een spoedgeval is. 

Slide 12 - Slide

CRASH = Spoedbehandelplan na spoedonderzoek

Slide 13 - Mind map

CRASH
Circulatie herstellen -> reanimatie
Respiratie herstellen -> ademweg vrij, beademen
Arteriële bloeding(en) stoppen -> druk uitoefenen
Shock behandelen -> warm houden, infuus, kalmeren
Hersenverschijnselen behandelen -> bewusteloos of epileptiforme aanvallen?

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Mind map

ABCDE
Andere manier om spoedonderzoek en spoedbehandeling uit te voeren: ABCDE-protocol.
  • Airway (ademhalingsstelsel): is de luchtweg vrij?
  • Breathing (ademhaling): controleer de ademhaling en slijmvliezen
  • Circulation (bloedsomloop): pols, CRT controleren en controleren op shock
  • Disabilities (afwijkingen): hersen gerelateerde afwijkingen en reflexen controleren
  • Exposure/ environment (omgeving): kijk naar buitenkant dier en lichaamstemperatuur

Slide 17 - Slide

Om te kunnen vaststellen of een dier ziek is, moet je eerst weten wat de kenmerken van een gezond dier zijn.

Welke van onderstaande kenmerken horen bij een ZIEK dier volgens jou?
(vraag 1/4)
A
Prut in de ogen, stinkende oren en snotterige neus
B
Soepele, ongestoorde beweging
C
Verhoogde temperatuur, versnelde hartslag en ademhalingsfrequentie
D
Levendige indruk

Slide 18 - Quiz

Om te kunnen vaststellen of een dier ziek is, moet je eerst weten wat de kenmerken van een gezond dier zijn.

Welke van onderstaande kenmerken horen bij een ZIEK dier volgens jou?
(vraag 2/4)
A
Vermagerd, waarbij ribben soms duidelijk uitsteken; verminderde eetlust
B
Doffe, droge vacht die er rommelig uitziet; het verenpak is opstaand
C
Schone ogen, oren en neus
D
Fiere verschijning

Slide 19 - Quiz

Om te kunnen vaststellen of een dier ziek is, moet je eerst weten wat de kenmerken van een gezond dier zijn.

Welke van onderstaande kenmerken horen bij een ZIEK dier volgens jou?
(vraag 3/4)
A
Kreupel, stram, stijf
B
Normale temperatuur, pols en ademhalingsfrequentie
C
Slome, suffe indruk, soms slaperig
D
Weldoorvoed: goede eetlust

Slide 20 - Quiz

Om te kunnen vaststellen of een dier ziek is, moet je eerst weten wat de kenmerken van een gezond dier zijn.

Welke van onderstaande kenmerken horen bij een ZIEK dier volgens jou?
(vraag 4/4)
A
In elkaar gedoken
B
Ontlasting stevig en gezonde kleur
C
Soepele schone glanzende vacht of verenpak
D
Diarree, soms met slijm en bloed, vaak te zien in de vacht rond de anus

Slide 21 - Quiz

"Goede gezondheid"
  • Niet altijd goed zichtbaar of dier ziek is.
  • Soms aanvullend (invasief) onderzoek nodig.
  • Bv uitblijven voortplantingssucces, gewichtsverandering.

Slide 22 - Slide

Wat is er minimaal nodig om een goede gezondheid bij dieren in een Wildopvang te behouden?

Slide 23 - Open question