quiz saint nicolas

quiz
SINTERKLAAS



1 / 25
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

quiz
SINTERKLAAS



Slide 1 - Slide

Hoe heet Sinterklaas in het Frans?
A
Sainte Nicolas
B
Saint Nicolas
C
Sinte Nikolas
D
Sint Nicolaas

Slide 2 - Quiz

In welk deel van Frankrijk wordt Saint Nicolas gevierd?
A
Zuid-Frankrijk
B
Oost-Frankrijk
C
Noord-Frankrijk
D
West-Frankrijk

Slide 3 - Quiz

In welke stad wordt het meeste Saint Nicolas gevierd?
A
Reims
B
Parijs
C
Lille
D
Nancy

Slide 4 - Quiz

Le manteau de Saint Nicolas est vert.
A
oui
B
non

Slide 5 - Quiz

L'anniversaire de Saint Nicolas est le 5 décembre.
A
oui
B
non

Slide 6 - Quiz

En France, on fête le Saint Nicolas le 6 décembre
A
oui
B
non

Slide 7 - Quiz

Hoe noemen we Zwarte Piet in Frankrijk?
A
Pierre
B
Le Père barbu
C
Le Père Fouettard
D
Le Pierre noir

Slide 8 - Quiz

La couleur du Père Fouettard est le noir (sur la photo).
A
oui
B
non

Slide 9 - Quiz

Onze Piet heeft een zak, een roe, een muts en pepernoten.
Waar lijkt de Franse naam: FOUETTARD het meeste op?
A
de zak
B
de roe
C
de muts
D
de pepernoten

Slide 10 - Quiz

In Nederland rijdt Sinterklaas op een schimmel, een paard.
En in Frankrijk?
A
un pony
B
un cheval
C
un âne
D
une vache

Slide 11 - Quiz

Welk plaatje is van 'un âne' ?
A
B
C
D

Slide 12 - Quiz

Je krijgt in de volgende slide een filmpje te zien van de legende over Saint Nicolas, een griezel verhaaltje.

Kijk goed, want er volgen een paar vragen over!

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Van wie is Saint Nicolas de "beschermheilige" , le patron?
A
les écoliers
B
les bébés
C
les parents
D
les animaux

Slide 15 - Quiz

Wat zijn "bonbons" in het Frans?
A
chocolaatjes
B
snoepjes
C
goedgoedjes
D
pepernoten

Slide 16 - Quiz

encore une chanson...... 

Slide 17 - Slide

Saint Nicolas passe après combien d'ans?
A
5 ans
B
7 ans
C
6 ans
D
8 ans

Slide 18 - Quiz

Il étaient .................... petits enfants
A
deux
B
quatre
C
trois
D
cinq

Slide 19 - Quiz

Wat voor beroep had de boze man?
A
boucher
B
boulanger
C
fermier
D
bûcheron

Slide 20 - Quiz

"Le boucher les a coupé en petits morceaux."

Wat heeft de slager gedaan met de kinderen?
A
stukken vlees gegeven
B
gehakt laten maken
C
verteld dat de koeien morsdood waren
D
in stukjes gehakt

Slide 21 - Quiz

Saint Nicolas zei tegen de slager:
Niet wegrennen! Toon berouw en:
"Dieu te pardonnera" = ?
A
God zal je vergeven
B
De dieren vergeven je.
C
Ik zal je cadeautjes geven.
D
Tot ziens en pardon.

Slide 22 - Quiz

Wordwall
Doe de quiz op de volgende pagina 
en vul als je klaar bent je naam in op het scorebord!

Slide 23 - Slide

Wordwall : scan de qr-code

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide