La Saint Nicolas

quiz
Saint Nicolas
1 / 28
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

quiz
Saint Nicolas

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Wat vroegen ze aan de slager?
A
Of ze daar mochten logeren.
B
Of ze daar mochten eten.
C
Of ze vlees mochten kopen
D
Of ze Saint-Nicolas mochten zien.

Slide 3 - Quiz

Wat heeft de slager in zijn hand?
A
Een vork
B
Een lepel
C
Een zaag
D
Een slagersmes

Slide 4 - Quiz

Wat gebeurde er met de kinderen?
A
Ze kregen ham.
B
Ze gingen slapen.
C
Ze werden in mootjes gehakt.
D
De slager at de kinderen.

Slide 5 - Quiz

Na hoeveel jaar bevrijde Saint-Nicolas de kinderen?
A
28 jaar
B
5 jaar
C
12 jaar
D
7 jaar

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Video

La Saint Nicolas : le 6 décembre
En Belgique, dans le Nord et l'Est de la France, dans l'ouest de l'Allemagne et dans une partie de la Suisse

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

In welk deel van Frankrijk wordt Saint Nicolas gevierd?
A
Zuid-Frankrijk
B
Oost-Frankrijk
C
Noord-Frankrijk
D
West-Frankrijk

Slide 10 - Quiz

Vocabulaire

Slide 11 - Slide


Le saviez-vous?

Le Père Fouettard heeft een heel ander uiterlijk dan de Nederlandse Pieten.

Slide 12 - Slide

Il s'appelle le Père Fouettard 

Slide 13 - Slide

Saint Nicolas à Nancy

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Hoe heet Sinterklaas in het Frans?
A
Sainte Nicolas
B
Saint Nicolas
C
Sinte Nikolas
D
Sint Nicolaas

Slide 16 - Quiz


Het Sinterklaasfeest als 'kinderfeest met een moraal' is ontstaan...
A
in de 18e eeuw, omdat kinderen steeds brutaler werden
B
in de 19e eeuw, nadat een leraar een prentenboekje over Sint Nicolaas schreef
C
na WOII, omdat iedereen vond dat er maar eens een einde aan de armoede moest komen

Slide 17 - Quiz

En France on fête le Saint Nicolas.....
A
le 3 décembre
B
le 6 décembre
C
le 5 décembre
D
le 6 novembre

Slide 18 - Quiz

Op welk dier rijdt Saint Nicolas?
A
un âne (ezel)
B
un cheval (paard)
C
un éléphant (olifant)
D
un chameau (kameel)

Slide 19 - Quiz

Van wie is Saint Nicolas de "beschermheilige" , le patron?
A
les écoliers
B
les enfants
C
les parents

Slide 20 - Quiz

Wat is snoepgoed in het Frans?
A
les chocolats
B
les friandises
C
les mirabelles
D
les macarons

Slide 21 - Quiz

Le manteau de Saint Nicolas est vert.
A
oui
B
non

Slide 22 - Quiz

Wat heeft Saint Nicolas NIET?
A
un mitre
B
une robe
C
un cheval
D
une barbe

Slide 23 - Quiz

Wat is 'le défilé'?
A
de intocht
B
de zweep
C
de slager
D
de kipfilet

Slide 24 - Quiz

Laatste vraag:

Franse kinderen zetten ook hun ....
A
cloche
B
crosse
C
chaussure
D
chanson

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Joyeuse Saint-Nicolas :)

Slide 28 - Slide