Nederlands quiz 6&7

Nederlandse Quiz                              

Caro Slotema & Sophia Lahmadi

P1A

Wat is het doel van deze tekst?

1. Amuseren
2. Informeren
3. Instrueren
4. Overtuigen

Wat is het tekstsoort van deze tekst?

1. Informatieve tekst
2. Amuserende tekst
3. Overtuigende tekst
4. Instruerende tekst

Iedere tekst heeft alinea's maar hoe herken je alinea's?

1. Een alinea is een stuk tekst in de tekst die je herkent doordat er meestal een spatie staat.
2. Een alinea herken je door het aantal woorden te tellen
3. Het aantal punten in de tekst
4. Geen idee

wat is de kernzin van alinea 1

Signaalwoorden en de verbanden zijn best moeilijk te onthouden, vooral omdat je ze makkelijk door elkaar kan houden

1. Zo, opsomming
2. Voordat, tijd
3. En, tegenstelling
4. Maar, gevolg

Zij gingen een broodje halen bij de supermarkt voor hun moeder. Welk verwijswoord staat in deze tekst?

1. Zij, hij, zijn
2. En, of, omdat
3. De, het, een
4. Kok, leraar, tandarts

Nadat ik mijn poster voor AK had afgerond en hem had ingeleverd, kon ik genieten van mijn weekend. Wat zijn voorbeelden van de voegwoorden in deze tekst?

1. Het, en, voor
2. Het, een, voor
3. Een, of, nadat
4. Nadat, en, of

Het buurtcomité hadden een markt georganiseerd voor de arme mensen. Wat betekent het woord comité?

1. Een groep mensen die niks doen
2. Een persoon die een taak uitvoert
3. Een groep mensen die een bepaalde taak uitvoeren
4. Dat is een ander woord voor een feestje

Mijn moedertaal is Spaans, ik spreek vloeiend Spaans en ik zal het ook nooit afleren. Wat betekent moedertaal?

1. De taal die je van je moeder hebt geleerd.
2. De taal die je vanaf je geboorte hebt geleerd.
3. De taal die je moeder heeft bedacht.
4. De taal die je moeder spreekt.

Mijn tweede taal is Amerikaans, ik spreek Amerikaans niet zo goed als Spaans. IK ben het afgeleerd. Wat betekent 2e taal?

1. De 2e taal die je vanaf geboorte hebt geleerd.
2. De 2e taal die je op school hebt geleerd
3. Je 2e lievelingstaal
4. De 2e taal op aarde

Nederlands is voor mij een vreemde taal, mijn moeder en vader willen verhuizen naar Nederland maar het is zo een moeilijke taal. Wat betekent vreemde taal?

1. De taal die je maar vreemd vind
2. De taal die niet je moedertaal is
3. De taal die niemand spreekt.
4. Geen idee

In Nederland is Nederlands de standaardtaal, in bijvoorbeeld Canada hebben ze geen standaardtaal, ze spreken meerdere talen. Wat betekent standaardtaal?

1. De taal die standaard over de wereld wordt gesproken
2. Geen idee
3. De taal die je standaard hebt geleerd toen je jong was.
4. Taal waarin mensen gesprekken voeren

In België spreken ze met een dialect. Wat betekent dialect? Geef 1 voorbeeld.

Sophie zegt: ''Ik ben meertalig.'' Wat betekent meertalig en ben je zelf meertalig?

Wat betekent leenwoorden? Geef 3 voorbeelden van leenwoorden.

Wat is het voltooid deelwoord in deze zin?
Het gerucht bleek dat Sanne ruzie met Peter heeft gezocht.

1. Gerucht
2. Ruzie
3. Bleek
4. Gezocht

Wat is de tegenwoordige tijd van deze zin? Daniël ging naar de markt om zijn favoriete noten te kopen.

Wat is de verleden tijd van deze zin: Emily gaat naar de nieuwe film samen met haar vriendinnen.

Gister (melden) we ons bij de directeur

1. Melde
2. Melden
3. Melten
4. Melte

De boot (glijden) in het water

1. Glijdt
2. Glijt
3. Glijd
4. Vaart