H6 §1 dynamiek op de wadden

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

H6 §1 Dynamiek op de wadden

Rottumerplaat en rottumeroog

Schiermonnikoog

Texel

Ameland

Vlieland

Terschelling

Waddenzee

Noordzee

om de les te beginnen starten we met een sleepvraag om te kijken of jullie alle Waddeneilanden al kunnen benoemen

De Waddenzee bestaat uit verschillende onderdelen

• Zeegat: toegang tot de open zee vanuit rivier, zeearm of binnenzee

- De uitschurende werking van de getij stroming -> 30 tot 40 cm diep

we gaan kijken naar hoe een Waddeneiland is opgebouwd. We kijken nu telkens naar het Waddeneiland Schiermonnikoog. 

Het noordzee water stroomt via zeegaten tussen de eilanden de waddenzee binnen. 

• Geul: zijtak van een zeegat in de Waddenzee die altijd onderwater staat

- 5 tot 10 cm diep

- Bezinking van zware slibdeeltjes door hogere stroomsnelheid

in het water zweven veel deeltjes zoals lichte kleideeltjes, zwaardere grof zand deeltjes. Deze zwevende deeltjes noem je slib.

De stroomsnelheid in de geul is hoog. Hierdoor kunnen alleen de zware slibdeeltjes bezinken.

• Wadplaat: hoog opgeslibde plaat die bij eb droogvalt

- Hier bezinken ook kleinere slibdeeltjes bij de overgang van eb naar vloed

- 90 % bestaat uit fijn zand

• Priel: kleine drooggevallen geul op wadplaat

Tijdens de overgang van eb naar vloed staat het water op de wadplaat stil. Dit betekend dus dat er geen stroming is en dus ook de kleinere slibdeeltjes kunnen bezinken. 

Op de wadplaat stromen kleine geultjes. Deze geultjes noemen we prielen. Deze prielen voeren tijdens eb water af naar groteren geulen en vallen vervolgens droog

• Wantij: ondiepe plek in de Waddenzee waar vloedstromen uit twee zeegaten bij elkaar komen

-De plek ten zijde van een eiland

-Hier bezinkt de meeste slib dus is het erg ondiep-> Ideaal voor wadlopen

Sleep de begrippen op de juiste plaats!

Wantij

Zee gat

Noord zee

Geul

De plek waar je gaat wadlopen heet:

1. Geul
2. Priel
3. Zeegat
4. Wantij

Een Waddeneiland

• De Waddenzee scheidt de Waddeneilanden van de kust

- De zandbanken op de 'kop' en de 'staart' veranderen steeds van plek door verandering in de golven, getijstromen en zandaanvoer

- De dynamiek van het waddengebied = de opbouw en afbraak

staart

kop

Jonge duinen

- Hoger

-Dichterbij zee

Oude duinen

- Lager

- Verder van zee

Wat gebeurd er met de kustlijn wanneer er een kwelder ontstaat? 

Wanneer er een kwelder ontstaat verschuift de kustlijn zeewaarts

 Landaanwinningswerken

Aan de slag met het huiswerk