This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Egypte, het geschenk van de Nijl!
Slide 1 - Slide
De Griekse geschiedschrijver Herodotus schreef over Egypte:
“Het is een geschenk van de Nijl”.
⇒Leg duidelijk uit wat hij daarmee bedoelde.
kaart van Egypte
De Nijl
Slide 2 - Open question
De Egyptenaren verdeelden hun jaar niet in vier perioden zoals wij dat doen, maar in drie. Daarbij keken ze naar de Nijl.
⇒Geef van de volgende tekst aan over welke periode het gaat
"Kom, we gaan inspannen om aan het werk te gaan. De aarde is net boven water gekomen en goed voor de ploeg. Ga jij naar het land met zaad, dan kunnen we morgen beginnen."
A
Zwarte periode
B
Groene periode
C
Gele periode
Slide 3 - Quiz
De Egyptenaren verdeelden hun jaar niet in vier perioden zoals wij dat doen, maar in drie. Daarbij keken ze naar de Nijl.
⇒Geef van de volgende tekst aan over welke periode het gaat
"De maaiers snijden de aren af en laten ze op de grond liggen, de vrouwen lopen erachter aan en rapen ze op."
A
Zwarte periode
B
Groene periode
C
Gele periode
Slide 4 - Quiz
De Egyptenaren verdeelden hun jaar niet in vier perioden zoals wij dat doen, maar in drie. Daarbij keken ze naar de Nijl.
⇒Geef van de volgende tekst aan over welke periode het gaat
"Tussen de middag, als de zon hoog aan de hemel staat, is er bier voor wie de gerst snijdt."
A
Zwarte periode
B
Groene periode
C
Gele periode
Slide 5 - Quiz
Lees de bron, geschreven door de Griekse schrijver Herodotus.
⇒De grond van de Nijl was goede landbouwgrond. Wie waren de Egyptenaren daar dankbaar voor?
Gebruik de bron
Slide 6 - Open question
Lees de tekst.
⇒Welke woorden moeten gekozen worden om het verhaal kloppend te maken? Kies het juiste antwoord
Gebruik de tekst
A
A = oorzaak
B = gevolg
B
A = oorzaak
B = oorzaak
C
A = gevolg
B = gevolg
D
A = gevolg
B = oorzaak
Slide 7 - Quiz
In het oude Egypte ontstaan er op den duur nieuwe beroepen.
A. Hoe heet het wanneer er nieuwe beroepen ontstaan? (1p) B. Hoe heette de soort beroepen waar mensen met de hand spullen maakten? (1p) B. Waarom ontstaan er in Egypte nieuwe beroepen? Leg uit. (2p)
Slide 8 - Open question
⇒Welke bewering is juist?
I. De landbouw dwong de mens tot het doen van allerlei uitvindingen. II. Waarschijnlijk heeft de uitvinding van het wiel enorm geholpen bij het bouwen van de piramiden.
A
I en II zijn juist
B
I en II zijn onjuist
C
Alleen I is juist
D
Alleen II is juist
Slide 9 - Quiz
⇒Wat was een voordeel van het uithakken van graven in de rotsen in vergelijking met het bouwen van een piramide
A
Het graf was dan dichter bij de onderwereld.
B
Het graf was minder zichtbaar, er was dus minder kans op plundering.
C
Een graf in de grond wordt minder heet, dus kon de farao een prettiger leven hebben na de zijn dood.
D
Het maken van zo’n graf was moeilijker, maar het was sneller klaar.
Slide 10 - Quiz
⇒Wat is irrigatielandbouw?
A
Landbouw waarbij de boeren de taken verdeelden.
B
Landbouw waarbij het land bevloeid werd dankzij een stelsel van kanalen en dijken.
C
De verplaatsing van landbouw naar de Nijldelta.
D
Landbouw waarbij de ambtenaren het voor het zeggen hadden.
Slide 11 - Quiz
Lees het volgende artikel
⇒Waarom was de ontdekking van het graf zo bijzonder?
Gebruik de tekst
Slide 12 - Open question
Het woord hiërogliefen is Grieks en betekent ‘heilig schrift’. Ze noemden de tekens zo omdat ze werden gevonden op de muren van tempels.
⇒Leg dit uit.
Slide 13 - Open question
⇒Waarom mummificeerden de Egyptenaren hun overleden farao?
Slide 14 - Open question
⇒Leg uit dat de landbouw niet alleen maar een voordeel was voor de Egyptenaren. Gebruik in je antwoord het begrip 'verschillen'.
Slide 15 - Open question
Bekijk de bron
⇒Wat zie je op de afbeelding?
Gebruik de bron
Slide 16 - Open question
Bekijk de bron
⇒Welk ‘raadsel’ loste de ontcijfering van dit voorwerp op?
Gebruik de bron
Slide 17 - Open question
Bekijk de volgende uitspraken:
I - De steen van Rosette zorgde voor meer kennis van de Egyptische cultuur.
II - De steen van Rosette zorgde voor meer kennis van de Egyptische goden.