This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop pakken & in Lesson-Up
Binas pakken
Slide 1 - Slide
Week
les 1
les 2
les 3
9
17.1
17.2
uitval
10
17.3
17.4
17.5
11
17.6 - 17.9
onderzoek
onderzoek
12
uitval
uitval
uitval
13
herhalen
uitval
uitval
14
uitval
TW
TW
Planning:
Toets: Hst 17 + onderzoeksvaardigheden
Slide 2 - Slide
Doelen
Je kunt uitleggen hoe een biologische soort gedefinieerd wordt. (17.2)
Je kunt verwantschap aflezen uit de wetenschappelijke naam van een soort. (17.2)
Je kunt op basis van de eilandtheorie voorspellen welke invloed onderlinge afstand en grootte van natuurgebieden voor invloed heeft op het aantal soorten. (17.5)
Deze les:
Voorkennis toetsje
Uitleg
Zelfstandig werken
Slide 3 - Slide
Doel
Je kunt uitleggen hoe een biologische soort gedefinieerd wordt.
Je kunt verwantschap aflezen uit de wetenschappelijke naam van een soort.
Slide 4 - Slide
Niveau Individu: Zelfde soort?
Hoe weet je dat (voorkennis)?
Slide 5 - Slide
Wat is de definitie van een soort?
Dieren van dezelfde soort kunnen samen voortplanten en vruchtbare nakomelingen voortbrengen.
Slide 6 - Slide
Bekijk het plaatje. Leg uit of er hier sprake is van één soort of niet
Slide 7 - Open question
Linnaeus (1707- 1778)
Heeft zijn leven gewijd aan het systematisch indelen van dieren en planten in "groepen"
= taxonomie
Slide 8 - Slide
Binaire naamgeving
Geslachtsnaam + soortsaanduiding (+ ontdekker)
Madeliefje:
Bellis perennis L.
Carolus Linnaeus
Slide 9 - Slide
Verwantschap
Bij twee gelijke geslachtsnamen zijn twee organismen verwant. De soortsaanduiding zegt daar niets over.
Slide 10 - Slide
Welke twee soorten mezen zijn het meest aan elkaar verwant?
A
staartmees en kuifmees
B
staartmees en koolmees
C
kuifmees en koolmees
Slide 11 - Quiz
Doel
Je kunt op basis van de eilandtheorie voorspellen welke invloed onderlinge afstand en grootte van natuurgebieden voor invloed heeft op het aantal soorten.
Slide 12 - Slide
Eilandtheorie
Darwin ontdekte dat hoe groter het eiland, hoe meer soorten er voorkwamen. En hoe verder van vaste land, hoe minder soorten.
Effect afstand tot vaste land.
Effect grootte van een eiland
Slide 13 - Slide
Eilandtheorie
Eilandtheorie voorspelt hoeveel soorten er op een eiland kunnen leven.
Afhankelijk van: Immigratie: nieuwe soort vestigt zich
Extinctie: soort sterft uit
VS -->
Slide 14 - Slide
Eilandtheorie
- Groter eiland: meer ruimte en niches
- Kleiner eiland: meer extinctie
- Dichtbij vaste land: meer immigratie
Welk eiland meeste soorten? Welk eiland minste?
VS -->
Slide 15 - Slide
Welk eiland heeft de meeste soorten?
A
Klein, dichtbij
B
Klein, ver weg
C
Groot, dichtbij
D
Groot, ver weg
Slide 16 - Quiz
Op welk eiland wisselen de soorten het snelst? (Is dus de meeste immigratie & extinctie)
A
Klein, dichtbij
B
Klein, ver weg
C
Groot, dichtbij
D
Groot, ver weg
Slide 17 - Quiz
Eilandtheorie vaker toepasbaar
In de natuur komen vaker 'eilandjes' voor.
Hier zien we hetzelfde effect!
Slide 18 - Slide
Op welk waddeneiland vind je de meeste soorten, Texel, Ameland of Terschelling? Verklaar met de eilandtheorie (BINAS 93C)