This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop pakken & in Lesson-Up
Binas pakken
Slide 1 - Slide
Analoog of homoloog?
A
Analoog
B
Homoloog
Slide 2 - Quiz
Bekijk het plaatje hiernaast. Welk dier zal het beste warmte vast kunnen houden? Leg uit.
Slide 3 - Open question
Vorm functie denken. Herhaling.
Geef antwoord op de volgende slide (3p)
Slide 4 - Slide
Leg bovengenoemd symptoom uit op de grond van het microscopisch beeld (bron 5) van de darm bij deze patiëntjes (I,3p)
Slide 5 - Open question
Doel
Je kunt uitleggen hoe een biologische soort gedefinieerd wordt
Je kunt verwantschap aflezen uit de wetenschappelijke naam van een soort
Slide 6 - Slide
Niveau Individu: Zelfde soort?
Hoe weet je dat (voorkennis)?
Slide 7 - Slide
Wat is de definitie van een soort?
Dieren van dezelfde soort kunnen samen voortplanten en vruchtbare nakomelingen voortbrengen.
Slide 8 - Slide
Bekijk het plaatje. Leg uit of er hier sprake is van één soort of niet
Slide 9 - Open question
Linnaeus (1707- 1778)
Heeft zijn leven gewijd aan het systematisch indelen van dieren en planten in "groepen"
= taxonomie
Slide 10 - Slide
Binaire naamgeving
Geslachtsnaam + soortsaanduiding (+ ontdekker)
Madeliefje:
Bellis perennis L.
Carolus Linnaeus
Slide 11 - Slide
Verwantschap
Bij twee gelijke geslachtsnamen zijn twee organismen verwant. De soortsaanduiding zegt daar niets over.
Slide 12 - Slide
Welke twee soorten mezen zijn het meest aan elkaar verwant?
A
staartmees en kuifmees
B
staartmees en koolmees
C
kuifmees en koolmees
Slide 13 - Quiz
Doel
Je kunt op basis van de eilandtheorie voorspellen welke invloed onderlinge afstand en grootte van natuurgebieden voor invloed heeft op het aantal soorten.
Heeft niets met evolutie te maken (gekke plek in boek)
Slide 14 - Slide
Eilandtheorie
Darwin ontdekte dat hoe groter het eiland, hoe meer soorten er voorkwamen. En hoe verder van vaste land, hoe minder soorten.
Effect afstand tot vaste land.
Effect grootte van een eiland
Slide 15 - Slide
Eilandtheorie
Eilandtheorie voorspelt hoeveel soorten er op een eiland kunnen leven.
Afhankelijk van: Immigratie: nieuwe soort vestigt zich
Extinctie: soort sterft uit
VS -->
Slide 16 - Slide
Eilandtheorie
- Groter eiland: meer ruimte en niches
- Kleiner eiland: meer extinctie
- Dichtbij vaste land: meer immigratie
Welk eiland meeste soorten? Welk eiland minste?
VS -->
Slide 17 - Slide
Welk eiland heeft de meeste soorten?
A
Klein, dichtbij
B
Klein, ver weg
C
Groot, dichtbij
D
Groot, ver weg
Slide 18 - Quiz
Op welk eiland wisselen de soorten het snelst? (Is dus de meeste immigratie & extinctie)
A
Klein, dichtbij
B
Klein, ver weg
C
Groot, dichtbij
D
Groot, ver weg
Slide 19 - Quiz
Eilandtheorie vaker toepasbaar
In de natuur komen vaker 'eilandjes' voor.
Hier zien we hetzelfde effect!
Slide 20 - Slide
Op welk waddeneiland vind je de meeste soorten, Texel, Ameland of Terschelling? Verklaar met de eilandtheorie (BINAS 93C)
Slide 21 - Open question
Belangrijkste punten eilandtheorie om te onthouden?