Introductie M3

Introductie klas 3 geschiedenis
Welkom!
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Introductie klas 3 geschiedenis
Welkom!

Slide 1 - Slide

Vandaag
  •  Hoe ziet het jaar eruit?
  • Vaardigheden
  • Opdracht
  • bespreken

Slide 2 - Slide

PTA
  • Toets hoofdstuk 3: Nederland en Indonesië (2x) gaat mee naar mavo 4!
  • PO eerste wereldoorlog (1x)
  • Toets H4 tweede wereldoorlog (2x)
  • Toets H5 koude oorlog (2x)
  • Toets H6 Cultuur en mentaliteit (2x)
  • Grote praktische opdracht (2x) 
  • Kleine overhoringen, vaardigheidstoetsen en presentaties gedurende het hele jaar. Het gemiddelde cijfer hiervan telt. (2x)

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Chronologie
Wat is eerst gebeurd? Wat daarna? en wat weer daarna? 
Baby Hitler
Tweede wereldoorlog
Bevrijding Nederland

Slide 5 - Slide

Welke info zoek ik in een bron?
-een jaartal (zodat ik weet welke periode)
-een plaats (zodat ik weet waar)
- een gebeurtenis
-een begrip
- persoon

Slide 6 - Slide

Standplaatsgebondenheid
Iedereen ziet verhalen vanuit zijn eigen achtergrond en vormt zijn mening vanuit die achtergrond
Stand: Je plek in de samenleving
Plaats: Waar je vandaan komt (plek)
Gebondenheid: Je zit eraan vast
Voorbeeld

Slide 7 - Slide

Stappenplan 
1. Wat staat er boven of onder de bron?
2. Wat zie ik of wat lees ik?
3. Verbind dat wat je geleerd hebt met wat ziet of leest

Slide 8 - Slide

geschreven (tekst)

spotprent (iemand wordt belachelijk gemaakt)

propaganda (ophemelen of zwartmaken)

foto 

afbeelding (tekening/schilderij etc)



Slide 9 - Slide

Primaire en secundaire bronnen
Primaire bron
Secundaire bron
Info van een ooggetuige of uit de tijd zelf
Info van een tussenpersoon of een latere tijd
Primair betekent "eerste".
Secundair betekent "tweede".

Slide 10 - Slide

.

  • Wie heeft de afbeelding gemaakt?
  • schrijver kiest een kant
  • geschreven op basis van een mening
.

  • wie heeft de afbeelding gemaakt?
  • schrijver kiest geen kant 
  • neutraal
  • feitelijke weergave 
subjectief 
objectief 

Slide 11 - Slide

Betrouwbaarheid
- is de maker objectief of heeft hij een bedoeling?
- primaire bronnen zijn meer betrouwbaar
- propaganda en spotprent hebben bedoeling dus niet 
   betrouwbaar
- wat voor soort bron is het en waar komt hij vandaag?
   (dagboek betrouwbaar, krant uit Nazi-Duitsland niet   
   betrouwbaar)

Slide 12 - Slide

Wat is een feit?
A
Iets dat zo is en waar je niets aan kan veranderen.
B
Iets wat jij vindt.
C
Iets wat niet kan.
D
Iets waar je niet aan mag twijfelen.

Slide 13 - Quiz

Wat is een mening?
A
Iets wat jij vindt.
B
Iets wat zo is en niet veranderd kan worden.
C
Iets waar je naar moet luisteren.
D
Een belangrijke les die je leert.

Slide 14 - Quiz

Feit en Mening
Feit:
-Echt gebeurd
-kan gecontroleerd worden
Mening:
-wat iemand zelf vind
-kan niet gecontroleerd worden

Slide 15 - Slide

feit en mening,
wat klopt?
A
een mening kun je niet bewijzen.
B
Bij een feit kan iedereen vaststellen dat het (altijd) klopt of iets echt gebeurd is.
C
Als iedereen dezelfde mening heeft is het een feit.
D
In de geschiedenis zijn geen feiten, omdat iedereen zijn eigen verhaal heeft.

Slide 16 - Quiz




Toelichting: "Een houtsnede uit 1819 waarbij kinderen aan het werk te zien zijn"
Subjectief of objectief?

Slide 17 - Slide

“Samuel Courtauld was voor sociale hervorming. Toch was hij tegen de Fabriekswet van 1833, met als argument: wetgeving die zich bemoeit met de bedrijfsvoering van fabrieken is altijd slecht, omdat ze vernieuwingen tegenhoudt en de productiekosten verhoogt. Als het parlement al met wetgeving wilde komen, dan moest het zich beperken tot het beschermen van kinderen onder de tien jaar. Wetgeving was volgens Courtauld alleen aanvaardbaar als aangetoond kon worden dat kinderen slecht werden behandeld, maar dit was in de zijde-industrie niet het geval. 'Geen enkel kind in de buurt', zo meende hij, 'is zo gezond als de kinderen in de fabrieken.”
“Samuel Courtauld was voor sociale hervorming. Toch was hij tegen de Fabriekswet van 1833, met als argument: wetgeving die zich bemoeit met de bedrijfsvoering van fabrieken is altijd slecht, omdat ze vernieuwingen tegenhoudt en de productiekosten verhoogt. Als het parlement al met wetgeving wilde komen, dan moest het zich beperken tot het beschermen van kinderen onder de tien jaar. Wetgeving was volgens Courtauld alleen aanvaardbaar als aangetoond kon worden dat kinderen slecht werden behandeld, maar dit was in de zijde-industrie niet het geval. 'Geen enkel kind in de buurt', zo meende hij, 'is zo gezond als de kinderen in de fabrieken.”
objectief of subjectief?

Slide 18 - Slide

Opdracht
Zoek een bron die iets zegt over jou zomervakantie.

Geef vervolgens aan of:
- het een primaire of secundaire bron is.
- subjectief of objectief is.
- geschreven of ongeschreven. 


Slide 19 - Slide



Toelichting: "Textielbaas waarschuwt zijn personeel."

Subjectief of objectief?

Slide 20 - Slide