Beveiligers 2e jaars les 5

huiswerk vóór de herfstvakantie opgegeven
Opdracht 6d (p. 66) overtuigende tekst schrijven en inleveren vóór vrijdag 0.00

maken studiemeter: 5 leesteksten naar keuze
5 luisterteksten naar keuze
Examenkandidaten krijgen een oefenexamen 2f per mail, inleveren vóór vrijdag 0.00
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

huiswerk vóór de herfstvakantie opgegeven
Opdracht 6d (p. 66) overtuigende tekst schrijven en inleveren vóór vrijdag 0.00

maken studiemeter: 5 leesteksten naar keuze
5 luisterteksten naar keuze
Examenkandidaten krijgen een oefenexamen 2f per mail, inleveren vóór vrijdag 0.00

Slide 1 - Slide

Stelling, standpunt, argument
De jongeren zijn de dupe van de coronacrisis

eens of oneens?
Met welk argument onderbouw je je standpunt.

Slide 2 - Slide

Schrijf een overtuigende tekst over deze stelling



De jongeren zijn de dupe van de coronacrisis




  • inleiding: waarom schrijf je dit artikel.
  • kern: leg de twee argumenten uit.
  • slot: conclusie of aanbeveling.

Slide 3 - Slide

Formeel versus informeel

Slide 4 - Slide

Informeel en formeel
  • Informeel taalgebruik --> vriend of bekenden
  • Formeel taalgebruik --> zakelijk doel
  • Eisen formele taal:
    Zakelijk
    Duidelijk"
    Efficiënt
    Gericht
    Beleefd
    Correct

Slide 5 - Slide

telefoon en lessonup

Slide 6 - Slide

Beschrijving: Een reclame voor hippe hoesjes voor je mobieltje.
Doel: overhalen
Publiek: volwassenen en jongeren
Welk taalgebruik past bij dit programma?

A
formeel
B
informeel

Slide 7 - Quiz

Alicia is uitgenodigd bij koningin Maxima en koning Willem Alexander.

Alicia's taalgebruik is:
A
formeel
B
informeel

Slide 8 - Quiz

Welke taal gebruik je op een sollicitatiegesprek?
A
formele en informele taal
B
informele taal
C
formele taal
D
straattaal

Slide 9 - Quiz

Sander vraagt zijn studiegenoot of hij zijn eigen rommel op wilt ruimen.

Sanders taalgebruik is...
A
informeel
B
formeel

Slide 10 - Quiz

Met 'je' en 'jij' aanspreken in plaats van 'u'.
A
royeren
B
tutoyeren
C
fileren
D
elimineren

Slide 11 - Quiz

Formeel
(= beleefd)

Netjes taalgebruik
U (= vousvoyeren)
Directeur, docent, vreemde
E-mail / gesprekken
Algemeen beschaafd Nederlands (ABN)
Zakelijke situaties
Informeel
(= niet beleefd)

Dagelijks taalgebruik
Je/jij (= tutoyeren)
Vrienden, leeftijdsgenoten
Whatsapp
Straattaal / jongerentaal
Privésfeer


Slide 12 - Slide

Nu maken
Overtuigende tekst schrijven: De jongeren zijn de dupe van de coronacrisis (inleveren per mail)
vijf luister- en leesteksten studiemeter
huiswerk: opdracht corrigeren sollicitatiebrief "Ik zie er naar uit". (kanaal Nederlands bij bestanden)

Slide 13 - Slide