Drogredenen V4

DROGREDENEN 
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

DROGREDENEN 

Slide 1 - Slide

Twee categorieën
1. Verkeerd gebruik van argumentatieschema (oorzaak-gevolg, kenmerk en eigenschappen, voor- en nadelen, voorbeeld, vergelijking, autoriteit)
2. Nog meer :)

Slide 2 - Slide

1. ONJUISTE OORZAAK-GEVOLGRELATIE
  • De in het argument genoemode oorzaak is niet voldoende om tot het voorspelde gevolg te leiden.
  • Het genoemde gevolg kan andere oorzaken hebben dan de oorzaak die genoemd wordt. 
  • Er is tussen twee zaken die gelijktijdig of kort na elkaar gebeuren, een oorzaak-gevolgrelatie gelegd, terwijl die relatie er niet is. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Welke (onjuiste) oorzaak-gevolgrelatie wordt hier gelegd?

Slide 5 - Open question

2. Onjuist beroep op kenmerk of eigenschap


Als aan een bepaald kenmerk veel betekenis wordt toegekend terwijl andere relevante kenmerken worden genegeerd.

Slide 6 - Slide

‘Je moet niet naar het ATC gaan, want daar zijn de rijen voor de kantine erg lang.’

Slide 7 - Slide

3. Overdrijven voor- en nadelen

Als de gevolgen van een handeling heel erg worden overdreven. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

4. Vals dilemma 

Als een situatie zo wordt voorgesteld dat er maar twee - elkaar uitsluitende - mogelijkheden zijn, terwijl er veel meer mogelijkheden zijn. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Uit welke twee onderdelen bestaat het valse dilemma?

Slide 12 - Open question

5. Overhaaste generalisatie 

Op basis van één of enkele gevallen wordt een conclusie getrokken voor een hele grote groep of zelfs voor alle gevallen.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

6. Verkeerde vergelijking 


Er worden onterecht twee zaken vergeleken.

Slide 15 - Slide

‘Geschiedenis is niet belangrijk, oude kleren gooi je toch ook gewoon weg?’

Slide 16 - Slide

Waarom is deze vergelijking onjuist?
‘Geschiedenis is niet belangrijk, oude kleren gooi je toch ook gewoon weg?’

Slide 17 - Open question

7. Onjuist beroep op autoriteit 

Je beroept je op een onbetrouwbare autoriteit, omdat diegene belangen heeft bij de zaak, of helemaal geen verstand van zaken heeft.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Wie is hier de verkeerde autoriteit?

Slide 20 - Open question

8. Ontduiken bewijslast 


Iemand vertelt alleen dat iets zo is, zonder uit te leggen waarom. 
Of: iemand wil in een discussie geen argumenten voor zijn standpunt geven en doet alsof het vanzelfsprekend is.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Slide

9. Persoonlijke aanval 


Niet ingaan op de argumenten van de tegenstander maar op de man spelen.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

10. Vertekenen van het standpunt

Het standpunt van de tegenstander wordt onjuist weergegeven, hem wordt iets in de mond gelegd wat hij niet heeft gezegd.

(video vanaf 23:00)

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

11. Bespelen van het publiek 


De spreker/schrijver doet een beroep op de emoties van het publiek om het te overtuigen. 

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Link

12. Cirkelredenering

'Ik ben er klaar mee, want ik heb geen zin meer.'

Slide 30 - Slide

Welke drogredenen heb je onthouden?

Slide 31 - Mind map