Voorbereiding PW H1

Voorbereiding Proefwerk 1
Pak je laptop, pen en schrift.
1 / 34
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Voorbereiding Proefwerk 1
Pak je laptop, pen en schrift.

Slide 1 - Slide

Planning
Vandaag ga ik alles herhalen over wat je allemaal moet weten en moet kunnen voor de toets.

Slide 2 - Slide

Wat moet je leren?
1. Aantekeningen.
2. 1.2 tot en met 1.5 + begrippen 
4. De bronnen.

Zorg dat je de begrippen goed kent.

Slide 3 - Slide

Wat betekent het begrip evolutietheorie?
A
De theorie dat de moderne mensheid zich gedurende een lange periode ontwikkeld heeft uit andere soorten
B
De mens heeft zich nooit ontwikkeld.
C
Dat de mens 100.000 jaar geleden is ontstaan.
D
De theorie waarbij er wordt gezegd dat de mens steeds toeneemt.

Slide 4 - Quiz

1.2
Prehistorie: de tijd zonder schriftelijke bronnen.
Historie: De tijd met schriftelijke bronnen.


Je moet weten hoe de eerste moderne mens heet en wanneer die is ontstaan.
Je kent het begrip evolutietheorie.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Wat zie je vaak bij een plek waar jagers en verzamelaars wonen?
A
Kleine, simpele huisjes.
B
Alleen maar irrigatielandbouw.
C
Grote en stevige huizen.
D
Alleen maar hoge flatgebouwen.

Slide 7 - Quiz

1.2
Middel van bestaan jagers- verzamelaars en boeren.                                           
 Je weet wat de nomaden zijn.( waarom rondtrekken?)

Steentijd: De periode in de geschiedenis waarin mensen vooral stenen werktuigen, wapens en andere gebruiksvoorwerpen hebben. ( werktuigen!)

Slide 8 - Slide

Wat deden jagers en verzamelaars niet?
A
Rondtrekken
B
veeteelt
C
jagen
D
verzamelen

Slide 9 - Quiz

1.3
Je weet wat er veranderde rond 11.000 v.Chr.
De tempratuur steeg en de ijskappen smolten.

Oorzaak landbouw: klimaat veranderde
Gevolgen landbouw: Meer mensen+ op 1 plek wonen

Slide 10 - Slide

Je weet waar de eerste steden ontstonden.
( Mesopotamië )
Je kent de begrippen veeteelt, akkerbouw, landbouwsamenleving en landbouwrevolutie.
De overgang van de samenleving van jagers-verzamelaars naar de boeren heet de nieuwe landbouwsamenleving.

Slide 11 - Slide

De samenleving van de jagers en verzamelaars
 De landbouwsamenleving
 De landbouw-stedelijke samenleving.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

De eerste steden ontstonden in...
A
Mesopotamië
B
Nederland
C
Afrika
D
Duitsland

Slide 14 - Quiz

1.3
Je kent het begrip irrigatielandbouw

Je kent het verband tussen irrigatielandbouw en het bestuur en het schrift.
Je kent de begrippen ambacht en landbouw stedelijke samenleving.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Er was irrigatielandbouw. Toen kwam er ook een schrift. Waarom?
A
Om liedjes op te schrijven
B
Om de afspraken van de irrigatielandbouw op te schrijven.
C
Om verhalen op te schrijven
D
Het was een boodschappenlijstje

Slide 17 - Quiz

1.4 Egypte 
Je kent de begrippen Nijldelta, hiërogliefenschrift en hiërarchie. 
1. farao (soort koning, belangrijkste man)
2. Priesters en ambtenaren( ambtenaar maakte wetten)
3. boeren
4. slaven

Slide 18 - Slide

Wie was het belangrijkst in de Egyptische samenleving?
A
De slaven
B
De farao
C
De ambtenaren
D
De boeren

Slide 19 - Quiz

1.4 Egypte 
Waarom geloofden de Egyptenaren in natuurgoden en brachten ze offers?
Je kent de begrippen mummificeren, piramiden en je weet waarom piramides zijn gemaakt.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Waarom geloofden de Egyptenaren in natuurgoden?
A
Ze konden heel veel dingen niet verklaren, dus ze dachten dat er goden waren.
B
Dit hadden ze gelezen in een boek.
C
Dit hadden ze gezien op tiktok.
D
Ze zagen de goden, dus ze wisten dat de goden er waren.

Slide 22 - Quiz

tijdvakken
Je moet het tijdvak kunnen benoemen en je moet  weten welke periode hierbij hoort.


Slide 23 - Slide

Wanneer tot wanneer duurde het eerste tijdvak van jagers en boeren?
A
van 1800 tot 1900
B
van 3000 tot 4000
C
het begin(<) tot 3.000 voor Christus
D
3.000 voor Christus tot 500

Slide 24 - Quiz

Bronnen
Je moet weten wat een geschreven en een ongeschreven bron is.


Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Boek over tweede wereldoorlog. Geschreven in 2001

Slide 28 - Slide

Geschreven of niet geschreven?

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Tips
Leer de begrippen.
Overhoor elkaar. Leg het uit aan elkaar
Kijk nog eens naar de opdrachten 
Test Jezelf maken
Maak een samenvatting: wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe per tussenkopje

Slide 33 - Slide

Succes met leren!

Slide 34 - Slide