Expertles: Beroepstaak 2B - Gezondheid en welbevinden// Positieve gezondheid

Welkom bij de expertles over  #Gezondheid&welbevinden



Bij deze les heb je je boek Basisboek Sociaal Werk nodig.
1 / 21
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welkom bij de expertles over  #Gezondheid&welbevinden



Bij deze les heb je je boek Basisboek Sociaal Werk nodig.

Slide 1 - Slide


Is dit gezond?
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quiz


Is dit gezond?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz


Is dit gezond?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

Definitie WHO
 1948
'Gezondheid is een toestand van volledig fysiek, geestelijk en sociaal welbevinden en niet van louter het ontbreken van ziekte of gebrek'. 

Slide 5 - Slide

Gezond zijn in een gezonde leefomgeving (par. 10.1 op blz. 203)
Hoe gezond iemand zich voelt (=gezondheidsbeleving) hangt af van veel factoren:
  • hoe voelt iemand zich in de eigen leefomgeving (woning, wijk, stad etc)
  • heeft iemand het gevoel zelf de controle (regie) te hebben over zijn/ haar leven
  • is iemand lichamelijk actief of niet 
  • welke eet- en drinkgewoontes heeft iemand

Slide 6 - Slide

Paragraaf 10.2 Gezondheid en welzijn - scheef verdeeld
Feiten

  • Gezondheid en welzijn hangen samen met sociaal-economische status(SES)  van groepen mensen
  • Er wordt dan voornamelijk gekeken naar (huishoud)inkomen en opleidingsniveau en welk beroep beoefend
  • Mensen met een laag-economische status kampen vele jaren meer met gezondheidsproblemen


Slide 7 - Slide

Paragraaf 10.3 Verklaringen voor verschillen in gezondheid
Mensen met een laag sociaal-economische  status hebben vaker te maken met
  • een ongezonde leefstijl (roken, vet eten, teveel alcohol)
  • sociale problemen zoals werkloosheid en armoede
  • stress door sociale problemen. Deze stress heeft dan weer invloed op de leefstijl , de gezondheid en het welzijn van mensen.

Slide 8 - Slide

Gezond zijn in een gezonde leefomgeving (par. 10.1 op blz. 203)
Professionals van diverse instellingen en organisatie gebruiken verschillende manieren om de gezondheidsbeleving van mensen te meten.

Een veel gebruikt gespreksinstrument is 'Positieve Gezondheid'. 
Dit is een vragenlijst die samen met de sociaal werker kan worden ingevuld om cliënten te helpen weer de controle over hun eigen leven terug te krijgen.

Slide 9 - Slide

Concept Positieve Gezondheid
'Een bredere kijk op gezondheid, die meer oplevert'
  De 6 domeinen waarnaar gekeken wordt

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Hoeveel domeinen worden er gebruikt bij Positieve Gezondheid?
A
3
B
5
C
4
D
6

Slide 12 - Quiz

Hoe werkt het in de praktijk?
  1. Mensen de vragenlijst in laten vullen.  Zij brengen zelf in kaart hoe zij hun gezondheid ervaren.
  2. Op basis van die uitkomsten een gesprek voeren. 'Wat is nou echt belangrijk voor de cliënt?'  (gesprekstechnieken)
  3. Samen bedenken ze vervolgens wie (of wat) in de omgeving kan helpen om de situatie te verbeteren. (methodisch handelen)

Slide 13 - Slide

Test je positieve gezondheid

Slide 14 - Slide

Handige tool voor wijkanalyse

Slide 15 - Slide

Aan de slag!

Basisboek Sociaal Werk

Hoofdstuk 10- De gezonde stad
Blz. 203 t/m 221

Slide 16 - Slide

Opdracht: sociaal-economische verschillen
(in tweetallen)
Bekijk figuur 10.2 op blz. 205

  • Probeer in eigen woorden uit te leggen wat de samenhang is tussen opleidingsniveau en de gezonde levensverwachting van mensen
timer
3:00

Slide 17 - Slide

Opdracht Geografische verschillen
(in tweetallen)
Lees par. 10.2.2 'Geografische verschillen op blz. 206
'Er bestaat ook een verdeling in gezondheid en welzijn in geografische zin: tussen gemeenten, wijken en buurten.'

  • Zoek via Google op wat er bedoeld wordt met geografie
  • Vertel in eigen woorden met welke problemen in de directe leefomgeving deze groepen mensen te maken krijgen
  • Noem de factoren die genoemd worden rondom wonen
timer
7:00

Slide 18 - Slide

Opdracht Ongezonde levensstijl en overgewicht
(in tweetallen)
Bekijk figuur 10.3 op blz. 207

  • Noem twee opvallende verschillen tussen de risicofactoren van mensen met een laag opleidingsniveau en mensen met een hoog opleidingsniveau.
  • Zoek via Google op wat men verstaat onder een laag opleidingsniveau 
  • Lees paragraaf 10.3.1. Vertel in eigen woorden welke bevolkingsgroep het meest het ongezond gedrag vertoont.
timer
5:00

Slide 19 - Slide

Opdracht Armoede
(in tweetallen)
Lees par. 10.3.2 'Armoede' op blz. 207

  • Zoek via Google op wat er bedoeld wordt met de woorden interventies, integraal en tunnelvisie
  • Met welke sociale problemen hebben mensen met een lagere sociaal-economisch status vaker te maken? 
  • Welk effect heeft dit op de leefstijl, de gezondheid en het welzijn van mensen?
timer
5:00

Slide 20 - Slide

Ga verder aan het werk in je leerteam

Slide 21 - Slide